hier komen promoties & acties

Genderkloof verkleint

Het goede nieuws is dat de genderkloof wat betreft arbeidsparticipatie alsmaar verkleint. Die evolutie zien we zowel in België en Vlaanderen als in Europa. Toch zijn er belangrijke regionale verschillen.

België en Vlaanderen

In 2018 is binnen België 65,5% van de vrouwen tussen 20 en 65 jaar aan het werk ten opzichte van 73,9% van de mannen. In het Vlaams gewest liggen de cijfers respectievelijk op 70,7% en 78,5%.[1] Op de grafiek zie je dat de laatste decennia de werkzaamheidsgraad van mannen in Vlaanderen ongeveer hetzelfde bleef terwijl die van vrouwen sterk steeg. Het verschil lijkt goed op weg om volledig te verdwijnen.

Desalniettemin is het belangrijk om in het achterhoofd te houden dat achter die cijfers grote verschillen schuilen in lonen en arbeidsvoorwaarden (Zie verder: Discriminatie) alsook in de balans tussen arbeid en zorg (Zie verder: Arbeid en zorg).

[1] Steunpunt Werk, "Werkzaamheidsgraad naar geslacht en leeftijd in de Europese Unie: 1983-2018", 8 mei 2019.


Bronvermelding: Steunpunt Werk


Europa

In 2018 werken in Europa 67,4% van de vrouwen tussen de 20 en de 64 jaar en 78,9% van de mannen. Daarmee zitten we voor beiden net onder het Europese gemiddelde. Binnen Europa is de werkzaamheidsgraad bij vrouwen het hoogst in Noord-Europa en het laagst in Zuid-Europa. De IJslandse vrouwen staat bovenaan, met een werkzaamheidsgraad van 80,4%.[1] Turkije daarentegen heeft de laagste werkzaamheidsgraad van vrouwen. Daar waren in 2018 slechts 35,2% van de vrouwen tussen de 20 en de 64 aan het werk ten opzichte van 76% van de mannen.

Het is belangrijk om te benadrukken dat deze cijfers enkel betaald werk beslaan. Het reproductieve werk – de was en plas, de zorg voor kinderen of zorgbehoevende familieleden – komt nog steeds grotendeels op de schouders van vrouwen. Dit werk is meestal onbetaald.

Eurostat berekent het verschil in tewerkstelling tussen mannen en vrouwen per regio. In Noord-Europa is het verschil tussen de tewerkstelling van mannen en vrouwen het kleinst, in Zuid-Europa het grootst. Ten opzichte van 2008 neemt het verschil wel af in alle regio’s.

[1] Steunpunt Werk, "Werkzaamheidsgraad naar geslacht en leeftijd, Gewesten, België, EU: 1983-2018", 19 juni 2018.

Bronvermelding: Steunpunt Werk

Bronvermelding: Eurostat


Wereldwijd

Ongeveer 61% van de wereldbevolking tussen de 15 en de 64 jaar werkt. Dat berekende de International Labour Organization (ILO). De werkzaamheidsgraad van vrouwen ligt overal lager dan die van mannen. In 2018 werken wereldwijd ongeveer 48% van de vrouwen en 75% van de mannen. Dat verschil nam de laatste 25 jaar af, traag maar gestaag.[1] In landen met een hoog gemiddeld inkomen, zoals België, liggen de cijfers het dichtst bij elkaar.

Achter de cijfers gaan grote regionale verschillen schuil. Zuid-Azië (28,5%) , Noord-Afrika (23%) en de Golfstaten (21,2%) hadden in 2016-2017 de laagste werkzaamheidsgraden van vrouwen. Bovendien bevinden werkende vrouwen er zich in een uiterst kwetsbare positie: ze werken in de meest precaire jobs, als goedkope, ongeschoolde krachten. Ze hebben dubbel zo veel kans om werkloos te zijn en niet altijd rekenen op sociale bescherming, zoals werkloosheidsvergoedingen en pensioenen. Hun mogelijkheden om beter werk te vinden zijn beperkt door een gebrek aan onderwijs en een traditionele taakverdeling.[2]

[1] ILO, World Employment Social Outlook. Trends 2019, ILO, Geneva, 2019.
[2] ILO, World Employment Social Outlook. Trends 2017, ILO, Geneva, 2017.

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: