Eind jaren '70, begin jaren '80 van de 20ste eeuw wordt België bijzonder hard getroffen door een economische crisis. Vooral vrouwen krijgen het hard te verduren. Ze verenigen zich in het actiecomité "Vrouwen tegen de Krisis" en zetten een reeks nationale betogingen op poten.
Eind jaren '70, begin jaren '80 van de 20ste eeuw krijgt België te maken met een economische crisis. Vooral vrouwen krijgen het hard te verduren. Door een gedaalde koopkracht krijgen vrouwen minder mogelijkheden om zich in te schakelen in het maatschappelijke leven. Thuiswerkende vrouwen en vrouwen met lagere inkomens worden extra getroffen door de besparingen op het vlak van de collectieve voorzieningen en de instellingen voor permanente vorming.
Wanneer minister De Wulf in het kader van een hele reeks crisismaatregelen voorstelt om het dopgeld van niet-gezinshoofden drastisch te verminderen, is voor de vrouwenorganisaties de maat vol. Vijfennegentig procent van de werkloze vrouwen zijn immers geen gezinshoofd in RVA-termen.
Vrouwen uit de vrouwenbeweging, uit politieke partijen en vakbonden verenigen zich in het actiecomité "Vrouwen tegen de Krisis". Ze zetten een eerste nationale betoging op touw op 7 maart 1981. Er zouden er nog 3 volgen.
Het Front "Vrouwen tegen de Krisis" groeit voort uit de Linkse Vrouwen Conferentie van 1980 (een initiatief van de Fem-Soc-groepen) waarop ook de depenalisering van abortus hoog op de agenda staat. In deze historische context is het vanzelfsprekend dat het oorspronkelijke eisenplatform van 'Vrouwen tegen de Krisis' tweeledig blijkt. Zij verzetten zich tegen de vrouwonvriendelijke crisismaatregelen én tegen de penalisering van abortus.
De eis van abortus zorgt echter voor verdeeldheid binnen de vrouwenbeweging. Het christelijke ACV stapt in 1981 dan ook niet mee in de betoging. Ondanks de verdeeldheid is de opkomst groot: zo'n 7000 'vrouwen tegen de krisis' laten hun stem horen.
Een jaar later is de situatie er nog niet erg op vooruit gegaan. Er wordt nog steeds massaal geprotesteerd tegen allerhande crisismaatregelen. Ook het front 'Vrouwen tegen de Krisis' besluit dat een tweede betoging meer dan nodig is. Er wordt besloten om de abortuseis niet langer op te nemen in het officiële eisenplatform om zo de steun van de ACV-vrouwen toe te laten. Hierin is het verzet van 'Vrouwen tegen Crisis' uniek. Ze slagen erin een gemeenschappelijk eisenplatform te formuleren over de vakbonds- en partijgrenzen heen. De oproep tot grensoverschrijdende solidariteit valt niet in dovemansoren: 15000 vrouwen stappen mee in de betoging.
Vier actiepunten staan centraal:
Eis tot algemene werktijdverkorting om het beschikbare werk te herverdelen. Dit wil zeggen met behoud van loon, evenredige aanwervingen en geen ritme-verhoging. Vrouwen tegen crisis verzetten zich hevig tegen de uitbreiding van part-time werk. Dit wordt naar hun mening maar al te vaak opgedrongen aan vrouwen, werkt bovendien rolbevestigend en vertraagt de verdere ontwikkeling van algemene voorzieningen zoals goed georganiseerde kinderopvang.
Vrouwen worden dubbel geviseerd: als werkende vrouw neem je werk af van mannen, als werkloze vrouw ben je al snel een profiteur. Vrouwen tegen Krisis verzetten zich met klem tegen twee maatregelen die dit stigma nog in de hand werken: het verlagen van dopgeld voor niet-gezinshoofden en het schorsen van dopgeld voor langdurig (meer dan 3 jaar) werklozen.
Lonen mogen niet losgekoppeld worden van de index. Plastisch omschreven met de leuze: '3% van onze lonen, morgen bruine bonen!'
Recht op werk en stempelgeld als individu, onafhankelijk van het gezinsinkomen. Vrouwen tegen Krisis verzetten zich tegen belastinghervormingen die enkel rekening houden met het gezin en niet langer met het individu.
In 1983 worden vrouwen die werken voor de firma Bekaert-Cockerill met hun rug tegen de muur gezet. Wie geen part-time wil aanvaarden, loopt het risico ontslagen te worden. Dit symbooldossier maakt duidelijk dat er meer dan ooit nood is aan Vrouwen tegen de Krisis. In '83 en '84 volgen dan ook nog twee grote manifestaties van het front. De nadruk komt te liggen op twee dringende eisen: het verzet tegen de uitbreiding van deeltijdse arbeid en het opschorten van artikel 80 dat bepaalde dat langdurig werklozen geschorst worden door de RVA.
Afbeeldingen: affiches in de RoSa-bibliotheek: OI/0157 | OI/0181 | OI/0239 | OI/0269