Gender speelt op drie niveaus: gender als deel van je identiteit, gender om de samenleving te ordenen en gender als basis voor normen en cultuur.
Gendernormen worden (meestal onbewust) aangeleerd en geïnternaliseerd zodat deze regels natuurlijk aanvoelen, met onbewuste vooroordelen tot gevolg. Voorstellingen van mannelijkheid en vrouwelijkheid die we via de media, ouders, school ... meekrijgen spelen een rol bij het vormen van ons zelfbeeld en ons beeld van anderen.
Van vrouwen verwacht men bijvoorbeeld dat ze meer emotioneel en zorgend zijn, bij mannen verwacht men eerder rationaliteit en competitiegeest.
Gender ordent de samenleving aan de hand van mannelijke tegenover vrouwelijke stereotypen. Op verschillende maatschappelijke domeinen bestaat een tweedeling in de structuur ervan.
Deze ordening is niet neutraal. Ze neemt vaak de vorm aan van een hiërarchie van ‘mannelijke’ boven ‘vrouwelijke’ eigenschappen, taken en beroepen. De historisch gegroeide genderconstructies leiden tot discriminaties, ongelijke toegang/controle over geld, arbeid, politieke en economische besluitvorming en andere sociale onrechtvaardigheden.
Deze opvattingen rond vrouwen en mannen bepalen wat kan (en wat niet) in onze samenleving. Ze zitten vervat in onze gewoontes, regels, taal, media, politieke en economische systemen ... :
Genderrelaties zijn complex. Als we verandering willen realiseren in genderrollen en -normen, is het belangrijk om op deze drie niveaus te werken: persoonlijk, structureel en normatief. Een mentaliteitsverandering is dus noodzakelijk.
Het idee van verandering in gendernormen kan op weerstand stuiten: