radicaal feministe en auteur van The Dialectic of Sex (1970)
De radicaal-feministische auteur Shulamith Firestone (1945-2012) ligt met haar boek The Dialectic of Sex (1970) mee aan de basis van de tweede feministische golf in de VS.
De Canadees-Amerikaanse Shulamith Firestone wordt geboren in Ottawa (Canada) in 1945, als tweede van zes kinderen in een Joods-Orthodox gezin. Haar naam luidt op dat moment Shulamith Bath Shmuel Ben Ari Feuerstein. In Firestone's kindertijd verhuist het gezin naar Amerika. De achternaam wordt verengelst naar Firestone. Opgroeien doet Shulamith Firestone in Kansas City en St. Louis (Verenigde Staten).
In 1967 behaalt ze een bachelordiploma Plastische Kunsten aan de School of the Art Institute of Chicago in Chicago. In die stad richt ze vervolgens mee de feministische Westside Group op. Ook tijdens haar studentenjaren proeft ze zo al van het feministisch activisme.
Later verhuist Firestone naar New York. Omdat ze zich niet kan vinden in de - in haar ogen te - brave National Organisation for Women, richt ze zelf de radicaal-feministische groep New York Radical Women (1967-1969) op. De groep bestond voornamelijk uit jonge twintigers die het beu waren in de overwegend mannelijke civil rights movement en vredesbeweging het onderspit te moeten delven als het ging om zeggenschap en beslissingsrecht.
Een jaar na het verschijnen van Valerie Solana's Scum Manifesto, formuleert Firestone haar radicale visie op het feminisme in de Verenigde Staten in het artikel 'The Women's Rights Movement in the U.S. : A New View', gepubliceerd in Notes from the First Year (New York: The New York Radical Women, 1968).
In 1969, na twee erg succesvolle jaren van actie voeren en publiceren ontstaan er interne spanningen tussen wat men de radicale factie en de eerder socialistische factie kan noemen. De breuken blijken niet meer te lijmen. De socialistische feministen zullen de Women's International Terrorist Conspiracy from Hell (W.I.T.C.H.) vormen, terwijl de radicalen, waaronder ook Firestone Redstockings stichten. De naam is een portmanteau van 'bluestocking' (een term die vroeger frequent werd gebruikt om feministische intellectuelen te beschrijven) en 'rood' (vanwege de associatie met revolutionair links).
Firestone zal echter niet lang lid blijven van Redstockings (in zijn volledige naam: Redstockings of the Women's Liberation Movement). Nog in datzelfde jaar (1969) verlaat ze de vereniging en richt ze samen met Anne Koedt, auteur van het baanbrekende boek over vrouwelijke seksualiteit The Myth of the Vaginal Orgasm (1970), de New York Radical Feminists (NYRF) op.
Ter ere van feministische pioniers uit het verleden, worden de kleine cellen of "brigades" waarin de NYRF is onderverdeeld één voor één vernoemd naar opmerkelijke feministen. Koedt en Firestone komen aan het hoofd van de zogenaamde Stanton-Anthony Brigade (ter ere van Elizabeth Cady Stanton & Susan B. Anthony). Centraal in het gedachtegoed van NYRF staat de idee dat mannen bewust de macht over vrouwen trachten te behouden om hun ego te versterken, en dat vrouwen hun ondergeschiktheid internaliseren door hun ego dan weer al te vaak aan de kant te schuiven.
Ondanks dat Koedt en Firestone aan de wieg staan van de organisatie, verlaten ze een jaar later ook de New York Radical Feminists, na onenigheid met de rest van de vereniging over leiderschap en beleid.
Eigenlijk is het kunstenares Shulamith Firestone er niet om te doen een professioneel feministisch auteur te worden. Het verspreiden van haar ideeën en het gedachtegoed die ze belangrijk vindt, acht ze dan weer wel erg belangrijk, en schrijven kan ze. Zodoende stelt ze manifesten op voor diverse feministische groeperingen. Het is zo dat ze quasi 'per ongeluk' tot het schrijven van een boek komt.
Nu ze haar banden met de politiek activistische pressiegroepen allemaal heeft doorgeknipt, kan ze zich focussen op haar eigen visie. Dat gebeurt uiteindelijk in de vorm van een boek. Shulamith Firestone is pas 25 jaar wanneer ze debuteert met The Dialectic of Sex. The case for feminist revolution (William Morrow & Company, 1970). Dit invloedrijke werk katapulteert haar meteen naar het niveau van grote tweedegolffeministen zoals Betty Friedan, Kate Millett en Germaine Greer.
Als marxistisch feministe trekt Firestone in haar boek parallellen tussen de klassenstrijd en de onderdrukking van de vrouw. Een essentieel discussiepunt is de reproductieve taak van vrouwen als oorzaak van hun seksuele ongelijkheid. Het einddoel van de feministische revolutie is daarom niet alleen het afschaffen van mannelijke privileges, maar vooral het elimineren van het maatschappelijke belang van genitale verschillen.
In een ideale wereld, aldus Firestone, wordt het krijgen van kinderen helemaal gescheiden van seks door kunstmatige voortplantingstechnieken. Op die manier kunnen vrouwen ontsnappen aan hun biologisch gedetermineerde positie in de maatschappij.
The Dialectic of Sex (1970) groeit uit tot één van de basiswerken voor de tweede feministische golf in de Verenigde Staten. Maar ook daarbuiten slaat het aan en wordt het een 'must-read' voor feministen. Het boek is in vele talen vertaald en Firestone wordt bedolven onder reacties, zowel positieve als negatieve. Met die laatste heeft ze het erg moeilijk. Ze trekt zich quasi volledig terug uit het publieke leven en gaat schilderen en schrijven, zonder nog al te veel te publiceren.
Het boek zelf blijft echter een vaak gebruikt werk, onder meer in diverse cursussen vrouwenstudies. Ook haar verwijzingen naar het opvoeden van kinderen in gender neutrale kledij krijgt de afgelopen jaren opnieuw heel wat aandacht.
Rond 1980 wordt ze psychisch ziek (schizofrenie). De ziekte en haar diverse opnames in psychiatrische instellingen zetten haar opnieuw aan het schrijven. 28 jaar na The Dialectic of Sex publiceert ze een tweede boek "Airless Spaces" (Semiotext(e), 1998), met korte scènes over de beleving van psychisch zieken tijdens en vooral na hun opname in de psychiatrie. Fictie naar de vorm, maar gebaseerd op haar eigen ervaringen.
In 1997 komt een verfilmde biografie, "Shulie", uit. Cineaste Elisabeth Subrin baseert haar kortfilm op de dialogen uit een documentaire over Firestone uit 1967. Dit kan Firestone maar matig appreciëren.
In haar laatste jaren leeft Shulamith Firestone volledig in zelf gekozen isolement. Ze wou niemand meer zien. Op 28 augustus 2012 wordt Firestone dood aangetroffen in haar appartement in New York. Alles wijst op een natuurlijke dood.