hier komen promoties & acties

Gloria Brown

Gekend als 'the Black Woman in Green', Gloria Brown is een Amerikaanse wetenschapper en vooruitstrevend pionier als eerste zwarte vrouw aan het hoofd van een nationaal bos in de Verenigde Staten

De kleur van je huid doet er toe

Gloria Brown (1951-2021) is een Amerikaanse zwarte vrouw, geboren en getogen in Alexandria, Virginia, de staat vlak onder Washington, D.C. Wanneer ze zes jaar is, verhuist ze met haar ouders naar de hoofdstad, waar ze niet langer enig kind zal zijn. Na zes jaar in een bubbel geleefd te hebben, komt ze in aanraking met verschillende levensfacetten waar ze eerder nooit bij stil had gestaan. Aspecten die eigen zijn aan het leven in een grote metropool met een veel grotere diversiteit dan ze gewend was, maar ook binnen haar gezin ontstaan nieuwe beseffen. In haar biografie vertelt Brown dat ze onder meer leert dat “in the African American community, skin tone matters … Light-skinned Blacks faced less racism than those of us with darker skin, even from each other.” (p. 8-9), wanneer zij, een broer en haar vader anders worden behandeld omdat ze een donkerdere huid hebben dan de rest van het gezin. Gloria Brown rebelleert om verschillende redenen en gaat - hoewel ze kan rekenen op twee liefhebbende ouders - op haar zestiende alleen wonen. Een jaar later ontmoet ze de man met wie ze ook zou gaan trouwen, Willie James Brown, een Vietnamveteraan. Ze krijgen drie kinderen.

Gloria Brown navigeert haar leven en loopbaan in een wereld waar ze als buitenbeen beschouwd wordt:; als zwarte burger, als vrouw, als zwarte vrouw en later als alleenstaande moeder van drie kinderen. Ondanks de vele hindernissen die ze op haar traject tegenkomt, schopt ze het tot een leidinggevende functie binnen de US Forest Service (FS), de organisatie die instaat voor het beheer van de nationale bossen en graslanden van de Verenigde Staten. Waar de FS als een immens en gerespecteerde organisatie beschouwd kan worden, kunnen we niet om de racistische en misogynistische geschiedenis van het openbaar landbeheer in de VS heen. Zeker niet als het gaat om het verhaal van Gloria Brown. Het is namelijk in die realiteit van racisme en seksisme in wildernisbeheer - en in een periode dat er eigenlijk vooral banen geschrapt worden -  dat ze haar pad baant binnen de Forest Service (en kort ook binnen het Bureau of Land Management (BLM) dat instaat voor het beheer van de federale landen). Wanneer er in de jaren zeventig, tachtig, negentig wordt gesproken over ‘de natuur’ of ‘de wildernis’ - en al helemaal op beleidsniveau - worden de stemmen van mensen van kleur en vrouwen amper gehoord, laat staan serieus genomen. Brown brengt daar mede verandering in.

Pionier inzake diversifiëring en conflictbemiddeling 

Als pionier zal ze niet enkel als rolmodel het verschil maken, als eerste zwarte vrouw in bepaalde functies bijvoorbeeld, maar ook inhoudelijk, door het opnemen en faciliteren van diversiteitstrainingen binnen de werking van de FS of door het optreden als een pleitbezorger voor vrouwen binnen de FS die met seksisme te maken krijgen. Als  leidinggevende zal Brown daarnaast actief inzetten op het realiseren van een meer diverse werknemerspoule.

Gedurende haar loopbaan, en dan meer specifiek in haar rol als Forest Supervisor, zal Brown meermaals in de prijzen vallen, niet in het minst voor haar bijdrage in het bemiddelen tussen verschillende stakeholders wat betreft bos- en landbeheer. Of het nu tussen overheden en milieuactivisten, tussen First Americans en overheidsdiensten, tussen belanghebbenden in de houtkap en betrokkenen uit de toeristische sector of tussen werknemers van de Forest Service onderling is, Brown weet niet enkel de gemoederen te bedaren maar ook resultaten te realiseren die voor alle betrokken partijen als gunstig - of op z’n minst aanvaardbaar - worden beschouwd. Conflictbemiddeling zal één van de kwaliteiten zijn die haar doen slagen in haar ultieme droom: ze wordt de eerste zwarte vrouw ooit in de geschiedenis van de VS die de leiding krijgt over een nationaal bos. 

Browns intrede bij de US Forest Service (FS)

In 1974 start Brown haar eerste positie binnen de Forest Service, niet omdat ze altijd al graag voor de organisatie wou werken of vanuit een bepaald ideaal, maar omdat haar neef toevallig bij het United States Department of Agriculture (USDA) werkt, de koepel waaronder de Forest Service valt. In het begin is het dan ook niet Browns intentie om carrière te maken binnen de FS, ze wil gewoon haar boterham verdienen en de baan betaalt goed naar administratieve standaarden. Ze werkt er voor het Forest Service Office of Information and Education, waar ze telefoons beantwoordt van erg diverse actoren en handelend over verschillende aspecten van de nationale bossen  (merchandise, openingsuren, trainingen, standpunten,…). 

Gloria Brown combineert haar job met een avondopleiding in de journalistiek aan de University of Maryland, waar ze uiteindelijk ook haar bachelor behaalt. Verslaggever worden, dat is op dat moment haar droom.

Work-life balance: nog moeilijker na het overlijden van haar partner

Wanneer haar man in 1981 onverwacht overlijdt aan de gevolgen van een auto-ongeval waarbij een dronken bestuurder hen van de baan rijdt, moet Brown niet enkel met de emotionele impact van dit verlies leren omgaan, maar ook voortaan alle zorg voor de kinderen alleen opnemen. Als jonge alleenstaande zwarte vrouw van dertig met drie kinderen werkende in een administratieve functie heeft ze het bovendien niet breed. Het huis waarin het gezin woont kan ze niet alleen betalen, wat haar met drie kinderen in een klein appartement dwingt. Vanaf dat moment, meer dan ooit daarvoor, weegt ze de opties voor haar loopbaan af aan het financiële plaatje dat er tegenover staat. Brown zet ook haar droom om televisiereporter te worden on hold en focust zich op de opties binnen haar huidige werkomgeving. Ze is meer dan ooit bereid eender welke vacature van haar werkgever te overwegen, als het een loonopslag betekent. Brown maakt intern de overstap van informatie en educatie naar PA, wat al een kleine stap vooruit is, maar ook daar botst ze op een plafond. Daar krijgt Brown letterlijk de boodschap te horen dat carrièremogelijkheden er voor haar niet inzitten binnen de FS in Washington, D.C. Waar dan wel? In het Westen van de VS, ‘in the field’

Brown doet haar onderzoek. De geografische regio bekend als Pacific Northwest, die naast de Canadese provincie British Columbia, de Amerikaanse staten Washington, Idaho en Oregon omvat, legt met betrekking tot openbaar landbeheer halverwege de jaren tachtig de beste cijfers voor op vlak van aanwervingen en doorgroeimogelijkheden voor vrouwen. Wanneer ze haar kans ziet, stelt Brown zich kandidaat voor een kennismakingsdetachering van twee weken in Oregon: veel westelijker in de VS kan je niet gaan.

De ervaring in Oregon doet haar liefde voor het bos (en meer specifiek het Willamette National Forest) ontluiken, evenals haar intentie om een carrière in dit vakgebied na te streven. Tegelijkertijd beseft ze dat de bevolking van Oregon op dat moment bijzonder wit is. In Washington, D.C. kende ze ook racisme en de gangbaarheid van opdelingen in wit en zwart: Brown weet wat het is om een minderheid te zijn, maar ze was er niet de enige zwarte burger. Gaan wonen en werken op een plaats waar zo goed als géén zwarte burgers zijn en waar de witte burgers dus ook weinig tot geen rechtstreeks contact hebben met zwarte mensen is niet evident. Dat ondervindt ze nog meer binnen de context van haar werk. Gedurende haar tijd in Oregon is ze vaak de enige zwarte vrouw in eender welke vergadering binnen de FS. De werknemers die niet wit noch man zijn in die regio binnen de FS werken op dat moment vooral voor de tak die zich bezighoudt met burgerrechten of in administratie. Mensen van kleur en vrouwen werken meestal niet rond bosbeheer of op eender welk leidinggevend niveau, zo valt Brown op. Toch is ze vastbesloten wanneer ze terug thuis komt: het is tijd om Washington, D.C. achter zich te laten en haar dromen na te jagen in het westen. Na drie jaar bijscholing te hebben gevolgd is het eindelijk zover: er komt een PA-baan vrij in Montana en Brown waagt haar kans.

Op  naar Missoula, Montana

In 1986, vijf jaar na het overlijden van haar man, laat Gloria Brown vrienden en familie achter zich en trekt ze met hebben, houden en kinderen naar Missoula, Montana. Daar komt ze naar eigen zeggen terecht in “a far whiter America than [she]’d ever seen before” (p. ix). Montana blijkt nog witter dan Oregon. Waar er in die laatste staat op dat moment zo’n 7% zwarte inwoners zijn, spreekt de realiteit in Montana over nog geen 1%. Het is dan ook niet zonder twijfels dat ze vertrekt als alleenstaande zwarte moeder van drie zwarte kinderen. 

Nochtans komen net op dat moment de burgerrechtenbeweging, feminisme en opkomend milieuactivisme meer onder de aandacht te staan binnen de Forest Service. De thema’s die deze bewegingen aanbrengen kunnen op beleidsniveau niet langer genegeerd worden (bijvoorbeeld door wetgeving die voorwaarden oplegt) en er worden actieve pogingen ondernomen om een organisatie te creëren die de diversiteit van de VS ten volle representeert. Dat geldt voor de volledige organisatie die overal in het land vertegenwoordigd is, maar in Montana blijft de witte man de norm. Om een beeld te schetsen: de regio waarbinnen Brown wordt aangenomen telt in 1987 elf zwarte werknemers op een totaal van 3000 werkkrachten (verspreid over de Amerikaanse staten Montana, North Dakota, Idaho en South Dakota). Slechts drie van die elf werknemers zijn vrouwen, waaronder Brown zelf.

Het duurt dan ook niet lang of Brown wordt gevraagd om binnen de regio een traject van diversiteitstrainingen op poten te zetten met als focus “educating the rural macho Forest Service workforce in Montana about talking with people different from them” (p. 32).

Naast haar betaalde job neemt Brown verschillende vrijwilligersposities aan, waaronder bij een gezondheidscentrum dat zich specialiseert in gender gaps in de geneeskunde en zich richt op de medische zorg voor vrouwen alsook bij een opvangtehuis voor vrouwen die te maken krijgen met huiselijk geweld. Dergelijke engagementen doen haar meer voeling krijgen met de mensen en het leven in Montana waardoor ze zich er als ‘buitenstaander’ sneller thuis voelt. Toch blijft het sprookje niet duren. Na één jaar doet er zich een incident voor op school met één van haar dochters. Naast het feit dat het scheldwoord ‘nigger’ valt en er geweld aan te pas komt, is het vooral de boodschap die het schoolbestuur aan Brown meegeeft die haar doet herzien of het wel in het belang van haar gezin is om in Montana te blijven. De boodschap luidt: voor jullie hier kwamen, hadden we dit soort problemen niet. Het geweld kwam mee met jouw gezin. In de woorden van Brown: “People who had power over my children interpreted their every move in light of negative, media-induced views of black culture. Most had never met an African American before.” Browns besluit om Montana te verlaten staat helemaal vast wanneer datzelfde schoolbestuur haar ervaringen met racisme weigert te (h)erkennen. 

Brown strijkt uiteindelijk neer in Portland, Oregon

Op dat moment is ze echter wel zeker van haar zaak wat betreft de Forest Service. Brown solliciteert dan ook - succesvol - voor een andere baan binnen de FS. Deze opportuniteit betekent een terugkeer naar Oregon, waar Browns ervaring ‘in the field’ was begonnen. Voor haar nieuwe baan moet ze verhuizen naar Portland, de hoofdstad. Gelukkig maar, want in grootsteden is er meer kans op diversiteit. Ondanks de complexe raciale geschiedenis leeft er in die stad  anno 1987 wel degelijk een zwarte bevolking.

In haar periode in Oregon zullen nieuwe milieuwetten een belangrijke rol spelen in haar carrière. Het is hier dat Gloria Brown op de voorgrond treedt met haar talent in conflictbemiddeling. Ook de stijgende vereiste dat het bredere publiek betrokken moet worden bij besluitvorming vormt een rode draad in Browns werk. Mensen verbinden, samenbrengen, oplossingen zoeken, … in die aspecten bloeit ze helemaal open als verbindings(f)actor tussen de diverse betrokken partijen.

Eerste baanbrekende ervaring als ranger en promotie

In 1989 wordt haar gevraagd of ze twee maanden als waarnemend district ranger wil optreden bij Silver Lake in het Fremont National Forest in Oregon. Wanneer ze het aanbod aanvaardt, maakt het haar de eerste zwarte vrouw die er de leiding zal nemen, ook al is het tijdelijk. 

Terug in Portland verneemt ze dat de Information officer (ook wel PA officer) van het Willamette National Forest (het eerste bos waar ze haar hart aan verloor) binnenkort op pensioen gaat. Brown weet dat ze eigenlijk niet de juiste kwalificaties heeft om voor de positie in aanmerking te komen. Toch wil en zal ze zich kandidaat stellen. Ze vraagt een gesprek aan met de betrokken leidinggevenden om hen duidelijk te maken dat ze zich hoe dan ook kandidaat zal stellen, en om aan te tonen dat zij de juiste kandidaat is voor de job. 

Browns overtuigingskracht moet zijn werk gedaan hebben, want in 1990 wordt haar de job aangeboden. Het betekent een moeilijk afscheid van haar kinderen, die door hun studies aan Portland gekluisterd zijn. Als alleenstaande ouder moet ze de afweging maken tussen de financiële voordelen (die nodig zijn om de studies van haar kinderen te kunnen blijven betalen) en de wens om op z’n minst tot hun achttiende verjaardag samen te wonen. 

Haar positie in het Willamette National Forest brengt haar voor het eerst in een rol binnen het managementteam van FS. Promoveren betekent voor Brown echter ook steeds opnieuw - en steeds meer -  in de minderheid zijn.

Diploma Forestry, assistent ranger en waarnemend ranger 

Op een gegeven moment begint Brown ervan te dromen door te groeien binnen de organisatie als forester (ruw vertaald naar het Nederlands als ‘boswachter’). De geschiedenis van de Amerikaanse Forest Service is er tot dan toe één van witte, mannelijke foresters en rangers. Waar er jaar na jaar steeds meer ruimte komt voor vrouwen en mensen van kleur om bepaalde jobs binnen de FS op te nemen, blijven leidinggevende functies en de functies forester en ranger zo goed als exclusief voorbehouden voor zij die wit en man zijn. Pas op het einde van de twintigste eeuw komt daar stilaan verandering in, en Gloria Brown is deel van die hoognodige verandering. 

Wanneer Brown in 1990 aan de slag gaat in het Willamette National Forest is haar enige vereiste dat ze de ruimte krijgt om studieverlof op te nemen zodat ze haar diploma in Forestry kan behalen. Op 44-jarige leeftijd schrijft ze zich opnieuw in als student aan de School of Forestry van Oregon State University

Diploma in hand keert ze terug naar haar positie in het WNF, waar ze nu officieel in aanmerking komt voor ranger of forester posities. Administratie, informeren en PA kunnen allemaal vanuit de stad gebeuren, maar aan de slag gaan als forester kan niet vanuit een appartement in de stad. Wanneer Brown wordt aangesteld als assistent (of deputy) ranger in het Rigdon Ranger District is ze klaar om de bossen in te trekken. Ze kan eindelijk haar droombaan binnen de FS uitoefenen. Tegelijkertijd geldt: hoe verder weg van de stad, hoe minder zwarte medeburgers. Het is het jaar 1991 en opnieuw ziet ze zichzelf in een situatie terechtkomen waar ze de ‘enige zwarte’ is in haar directe omgeving. 

1993 brengt opnieuw een stap hogerop. Brown kan in Ashland District aan de slag als waarnemend district ranger. Ze voert deze functie een jaar lang uit, waarna de Forest Service Brown de positie officieel aanbiedt. Het gaat echter niet om een contract van onbepaalde duur, wel om een verlenging van één jaar zonder oog op nieuwe verlenging. Brown krijgt het gevoel dat ze binnen de FS niet de erkenning en kansen krijgt die ze volgens haar verdient, én die haar witte, mannelijke collega’s wel lijken te krijgen.

Tussenstop bij Bureau of Land Management (BLM) en terugkeer naar FS

Wanneer Brown een job krijgt aangeboden bij het Bureau of Land Management (BLM), een zusterorganisatie van de FS, grijpt ze dan ook haar kans. Ze voelt meteen dat ze daar wel de erkenning krijgt voor haar ervaring, expertise en verwezenlijkingen. Ze gaat aan de slag als manager van de Baker Resource Area, wat haar de kans biedt om in Oregon te blijven. De grootste verschillen tussen FS en BLM? Bij BLM gaat het om openbaar land en niet zozeer bossen. Bovendien is er naast de focus op natuurlijke resources ook aandacht voor culturele resources. Haar positie bij de BLM is te vergelijken met de positie van district ranger die Brown beoogde bij de FS. 

Wanneer Browns moeder, die nog in Washington, D.C. woont, een hartaanval krijgt en er nood is aan thuiszorg, zet Brown haar carrière on hold om bij haar moeder te gaan inwonen. BLM kan haar een baan aanbieden in hun kantoor daar, maar gelukkig wordt Brown er niet van. Een bureaujob, ver weg van bergen en bossen, is duidelijk niks meer voor haar. Met de zegen van haar moeder keert Brown in 1997 al terug naar de natuur, terug naar het Westen, en - niet onbelangrijk voor haar carrière - terug naar de Forest Service. Haar bestemming ditmaal? De staat Washington, als Monument Manager bij Mount St. Helens.  

Deze betrekking brengt Brown voor het eerst in haar tijd bij FS in een positie waar ze zelf de macht heeft om iets aan het gebrek aan diversiteit in haar team te doen. 

Daarnaast verankert ze ook de diversiteitstrainingen die ze sinds Montana in haar werk incorporeert zodat ook in de teams waar diversiteit ontbreekt openheid naar, en begrip voor ‘de ander’ wordt gefaciliteerd. 

Eerste zwarte, vrouwelijke Forest Supervisor in de VS

In 1999, vijfentwintig jaar nadat ze in dienst treedt bij de FS, verwezenlijkt Gloria Brown eindelijk haar droom. Ze wordt Forest Supervisor, van het Siuslaw National Forest. Haar aanstelling maakt van haar de eerste zwarte vrouw in de geschiedenis van de FS die aan het hoofd komt te staan van een nationaal bos.

Na vijf jaar maakt ze opnieuw promotie wanneer ze de leiding krijgt over het grotere Los Padres National Forest in de staat Californië. Op dat moment lijken de tijden al ietwat veranderd: de vier zuidelijkste bossen in Californië worden op dat moment gerund door een vrouw, het biedt Brown en de anderen meteen een niet te onderschatten opportuniteit om te netwerken en strategieën uit te wisselen. 

In een anticlimax komt er in 2007 abrupt een einde aan haar loopbaan binnen de FS. Brown wordt gediagnosticeerd met leukemie en de combinatie met haar veeleisende job blijkt niet haalbaar met de (effecten van) de behandeling. Na 33 jaar trouwe dienst bij de FS moet ze noodgedwongen vervroegd met pensioen. Ze keert terug naar Portland om dichter bij haar kinderen en kleinkinderen te zijn terwijl ze zich laat behandelen. Uiteindelijk overlijdt Gloria Brown op 7 september 2021. 



Meer weten? 

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: