hier komen promoties & acties

Loonkloof

De loonkloof bedraagt vandaag nog steeds meer dan 20%. Dit is niet zozeer het gevolg van directe discriminatie bij de uitbetaling van lonen. Oorzaken zijn eerder segregatie van de arbeidsmarkt en het feit dat vrouwen disproportioneel veel tewerkgesteld zijn in deeltijds werk.

Uit het laatste loonkloofonderzoek van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen blijkt dat vrouwen in België in 2018 bruto gemiddeld 23,1% minder verdienen dan mannen op jaarbasis. Dat cijfer is onder meer bepaald door de arbeidsduur. Vrouwen werken immers vaker deeltijds dan mannen (Zie verder: Deeltijds werk). Als we kijken naar het gemiddelde uurloon dan bedraagt de loonkloof 9,2%.

In de privésector is de loonkloof groter dan in de publieke sector. Gecorrigeerd voor de arbeidsduur bedraagt het verschil daar 12,7%. In de publieke sector bedraagt de loonkloof 5,2%. Bij arbeiders bedraagt de kloof 20,3%, bij bedienden 20,9% en bij vastbenoemde ambtenaren 3,4%.[1]

Waarom?

Vrouwen verdienen nog altijd minder dan mannen. Dat ligt zelden aan directe discriminatie - ongelijk loon voor het zelfde werk. Hoe komt dit dan wel? Een groot deel van de loonverschillen tussen vrouwen en mannen is toe te schrijven aan de segregatie op de arbeidsmarkt. (Zie verder: Segregatie). De lonen van typische ‘vrouwelijke’ functies liggen lager dan de gemiddelde lonen van ‘mannenberoepen’. Ook de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de hogere echelons van de arbeidshiërarchie draagt bij aan een lager gemiddeld loon voor vrouwen.

[1] Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM), "De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Rapport 2021", 2021. 

Ongelijk loon is voornamelijk een kwestie van ongelijk werk.

Ongelijk loon is met andere woorden een kwestie van ongelijk werk. In sommige sectoren worden hogere lonen betaald dan in andere, sommige beroepen verdienen meer en leidinggevenden verdienen meer dan uitvoerend personeel. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in de sectoren en beroepen waar de lonen lager liggen. Dat is historisch gegroeid. Vrouwenwerk wordt geassocieerd met ‘zacht’ en economisch minder belangrijk werk. Vrouwen ‘kiezen’ ook vaak voor functies die beter te combineren zijn met een gezin. Ze slaan een promotie over en gaan vaak deeltijds werken, tijdelijk of tot de kinderen het huis uit zijn (Zie ook: Arbeid en zorg). Dat heeft allemaal gevolgen op hun loon.

Bovendien resulteert de aanhoudende loonkloof, in samenhang met de oververtegenwoordiging van vrouwen in deeltijds werk, ook in pensioensdiscriminatie. De ongelijkheid van de arbeidsmarkt zet zich verder tot na de pensioenleeftijd waardoor de pensioenkloof ongeveer 25% tot 30% bedraagt.

Beterschap?

Er is ook goed nieuws: de loonkloof daalt. Vrouwen oefenen steeds vaker beroepen uit die traditioneel enkel toegankelijk waren voor mannen. Het glazen plafond – dat vrouwen de toegang tot de hogere kaderfuncties ontzegt – vertoont stilaan barsten. Door segregatie te doorbreken en typisch ‘vrouwelijke’ beroepen beter te waarderen en dus beter te verlonen, daalt het loonverschil.

Het glazen plafond – dat vrouwen de toegang tot de hogere kaderfuncties ontzegt – vertoont stilaan barsten.

Sinds 2012 zijn werkgevers verplicht om in hun sociale balans hun loongegevens op te delen volgens het geslacht van de werknemers. Bedrijven met meer dan 50 werknemers zijn verplicht om tweejaarlijks een analyse te maken van hun bezoldigingsstructuur. Dat maakt de loonkloof en ongelijke verloning zichtbaar. De wet schrijf ook voor dat functiewaarderingen en functieclassificaties genderneutraal moeten zijn. Ze moeten bovendien aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ter controle voorgelegd worden.

De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op het vlak van arbeidskansen en verloning blijft echter bestaan en wordt in de hand gewerkt door deeltijdse arbeid, verschillen in opleiding en segregatie op de arbeidsmarkt. De Belgische arbeidsmarkt blijft er één met twee snelheden: in het ene baanvak de comfortabele, interessante jobs, met hoge lonen en voordelen, in het andere baanvak het minder interessant werk, de deeltijdse banen en de jobs zonder toekomstperspectief. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd aan die onderkant van de arbeidsmarkt, net als praktisch geschoolden, oudere werknemers, langdurig werklozen en werknemers met een migratieachtergrond.

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: