hier komen promoties & acties

(Pro)feministische mannenbeweging

Vanaf het begin van het feminisme waren er reeds individuele mannen die feministische eisen ondersteunen. De collectieve organisatie van mannen die feminisme ondersteunen liet echter op zich wachten tot de jaren 1970, begin 1980. Initieel ontstond er de Men’s Liberation Movement (MLM) in Noord-Amerika en het Verenigd Koninkrijk: een beweging die zich - zij aan zij met de women’s liberation movement - inzette voor het ontdoen van rigide genderollen en stereotypen. Spanning binnen deze beweging over de verhouding tot het feminisme en de positie van mannen zorgde echter al snel voor een opsplitsing: een (pro)feministische mannenbeweging met een focus op genderrelaties en machtsdynamieken enerzijds, en antifeministische mannenbeweging anderzijds met een focus op de zogenaamd benadeelde positie van mannen.

Pro-feministische organisaties ontwikkelen zich vanaf dan onder meer in Centraal Amerika, Brazilië, Mexico, Zuid-Afrika, Nieuw Zeeland, Noord-Amerika en Engeland. Meer over deze sociale ontwikkelingen lees je hier.

De mannenbeweging die zich (pro)feministisch noemt geeft aan de strijd van de vrouwenbeweging te ondersteunen en verder te bouwen op feministische inzichten. Deze organisaties geven aan zich te engageren rond mannelijkheid vanuit een feministische visie waarbij structurele genderongelijkheid, privilege en discriminatie, en het patriarchaat onder andere worden bekritiseerd. De (pro)feministische organisaties en mannenbewegingen zetten zich - samen met feministische organisaties en de vrouwenbeweging - in voor een meer gendergelijke en rechtvaardige samenleving. Ze doen dit met een expliciete focus op mannen en mannelijkheid.

Deze beweging is heterogeen en verdeeld in voorstanders van het gebruik van ‘pro-feministisch’ en voorstanders van het gebruik ‘feministisch’. Uit een onderzoek van Nikki Van der Gaag in het Verenigd Koninkrijk bij professionals die werken rond feminisme, stelde 83% van de respondenten dat mannen feminist kunnen zijn. Toch bleek uit de meer gedetailleerde antwoorden over waarom mannen zichzelf wel of niet feminist kunnen noemen, dat er veel verschillende reacties en nuances waren die aantonen dat dit topic gepolariseerd is (p. 41). Voorstanders van ‘profeministisch’ geven aan dat enkel vrouwen de ervaring hebben van structurele ongelijkheid, en daarom mannen geen feminist kunnen zijn maar wel het belang van feminisme kunnen erkennen en zich erachter scharen.

De voorstanders van het gebruik van de term 'feministisch' geven aan dat het belangrijk is dat niet enkel vrouwen geassocieerd worden met, en zich engageren voor de strijd voor gendergelijkheid, maar dat iedereen die zich hiervoor inzet samen opkomt voor feminisme. Ivan Jablonka geeft aan dat feminisme een politieke keuze is die iedereen aanbelangt en waar dus iedereen voor kan vechten. Hij pleit voor een inclusief feminisme.  Niettemin is iedereen het eens over het belang van het ondersteunen van feministische principes in hun werk. Van der Gaag concludeert (2014, p. 44): “In the end, it doesn’t really matter whether men call themselves feminists or pro-feminists or men for gender equality. What matters is that they are willing to take a stand against sexism, against violence, against stereotyping.”

Verschillende (pro)feministische organisaties en academici verwezen in het begin vaak expliciet naar ‘mannen’ in hun naam. Met de groeiende antifeministische weerstand in de jaren 1990 - een fenomeen dat Faludi beschreef met de term ‘backlash’ - werd er vanuit (pro)feministische mannelijkheidsbewegingen gepleit om feminisme, anti-seksisme en (het bevragen van ideeën over) mannelijkheid centraler te stellen - niet enkel in het werk dat ze doen, maar ook in hun naam. 

Zo geeft de huidige Amerikaanse organisatie NOMAS bijvoorbeeld aan dat ze initieel de naam National Organisation for Men (1981) gebruikten, nadien National Organisation for Changing Men (1983) en vervolgens in 1990 hun naam veranderden naar hun actuele naam NOMAS: National Organisation For Men Against Sexism. De organisatie ontstond vanuit een mobilisatie van mannen tegen seksisme, maar geeft aan dat de keuze om anti-seksisme expliciet op te nemen in hun naam pas in 1990 tot stand kwam en groeide vanuit een nood om zich te onderscheiden van een antifeministische tegenbeweging. Ook de organisatie Mannen-tegen-seksisme (gelijknamige organisatie in Eindhoven en Gent) neemt anti-seksisme bewust op in hun naam.


Meer weten?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: