Genderneutraal, gendersensitief, genderbewust: gender wordt tegenwoordig in uiteenlopende termen, contexten en betekenissen als prefix gebruikt. Inconsistent gebruik zorgt echter vaak voor meer verwarring dan klaarheid. Om orde te scheppen in de chaos, duiden we de meest frequent gebruikte ‘genderprefixwoorden’.
De term genderneutraal wordt veel gebruikt in de actualiteit en berichtgeving op sociale media, helaas vaak zonder correcte context of soms zelfs ronduit foutief. Bij RoSa zijn we zuinig met het woord. We gebruiken het uitsluitend om naar objecten te verwijzen: speelgoed, kleren, gebruiksvoorwerpen kunnen genderneutraal zijn. Mensen en handelingen kunnen namelijk nooit neutraal, en dus ook niet genderneutraal zijn.
Meestal bedoelt men met ‘genderneutraal’ dat men geen rekening houdt met eventuele biologische verschillen en stereotypering wil vermijden. Zo wordt er soms gesproken over genderneutraal opvoeden. Opvoeden is echter een praktijk en kan dus nooit neutraal zijn. Het woord neutraal suggereert bovendien ten onrechte dat je bestaande verschillen moet negeren.
Daarom hanteren we zelf de term genderbewust: er is ruimte voor verschil, maar men (h)erkent de impact van gender en vermijdt stereotypering. Genderbewust handelen betekent dat je actief inzet op het doorbreken van exclusief binaire opties om individuele keuzevrijheid en zelfbeschikking de ruimte te geven. Dat betekent dat individuen zelf kunnen en mogen bepalen waar ze zichzelf situeren op het spectrum tussen wat als ‘vrouwelijk’ of ‘mannelijk’ wordt gepercipieerd. Dat betekent ook het besef dat mensen zich niet altijd en overal op dezelfde positie situeren en dat mensen niet slechts ‘het een óf het ander zijn’.
Ook taal kan je proberen zo neutraal mogen op te stellen: alle verwijzingen naar ‘man(nelijk)’ of ‘vrouw(elijk)’ worden uit de taal geweerd (geen zij of hij, directeur vs. directrice of leerling(e) in plaats van leerling). Terminologie gebruiken die niet gegenderd is, kan nuttig zijn, maar vaak blijven er struikelblokken bestaan. Een tekst waar alle verwijzingen naar biologisch geslacht en genderidentiteit zijn uitgefilterd is immers niet per se genderneutraal.
Zo kunnen naamwoorden (technisch, stoer, leidinggevend) in een specifieke context onbedoeld alsnog stereotypen bevestigen, zelfs al kies je bijvoorbeeld consequent voor inclusieve voornaamwoorden. Door een tekst ‘genderneutraal’ te maken, zonder verdere analyse, loop je bovendien het risico dat verkeerde assumpties worden gemaakt die stereotypen net onderschrijven (als we het over ‘de nationale ploeg’ in het voetbal hebben, denk je dan aan de Rode Duivels of de Red Flames?).
Daarom pleiten we voor een genderbewust taalgebruik, dat verder kijkt dan genderneutrale taal, maar ook de maatschappelijke context in beschouwing neemt. Taal geeft namelijk vorm aan onze sociale werkelijkheid en is daarom niet volledig los te koppelen van onze sociale ideeën, normen en verwachtingen over gender.
In lijn met onze missie, tracht RoSa bij het bredere publiek een genderbewuste aanpak te stimuleren. Die aanpak kaderen we binnen een bredere fasering: gendersensitief => genderbewust => genderresponsief => gendertransformatief.
Eigenlijk komt er voor gendersensitief ook nog de stap genderblind, wat niets minder betekent dan dat je geen aandacht besteedt aan gender en vooral ook niet beseft, of zelfs ontkent, dat gender een rol speelt.
Onder gendersensitief verstaat RoSa het vermogen om gender als een gegeven te erkennen. Dit wil zeggen: beseffen dat normen, ideeën en verwachtingen over ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’ een impact kunnen hebben op ons denken, ons handelen en onze interactie met anderen.
Genderbewust gaat een stap verder. Je beseft en erkent niet alleen dat gender een rol speelt, maar je herkent en identificeert specifieke ongelijkheden en discriminaties die hierdoor kunnen ontstaan, zelfs wanneer deze niet aan de oppervlakte te zien zijn (onderliggende, onbewuste vooroordelen en stereotypen). In ons vormingsaanbod trachten we met de deelnemers op zijn minst tot deze stap te komen.
Wanneer we spreken van genderresponsief doelen we niet enkel op erkennen en herkennen, maar ook op actie (kunnen) ondernemen. Bij een genderresponsieve aanpak wordt bewust en actief ingezet op het tegengaan en corrigeren van genderstereotypen, vooroordelen en discriminatie.
De laatste fase in het proces kan omschreven worden als gendertransformatief. Bij een gendertransformatieve aanpak is er enerzijds aandacht voor het tegengaan en doorbreken van bepaalde stereotypen, vooroordelen en vormen van discriminatie die ergens erkend of herkend zijn. Daarnaast staat ook aandacht voor het transformeren van machtsdynamieken en structuren (die aan de basis liggen van deze ongelijkheden en ze in stand houden) centraal. Wat zorgt ervoor dat vooroordelen überhaupt een plaats krijgen en herhaald worden?
De focus ligt bij die laatste fase vooral op dynamieken die een rol spelen binnen een organisatie, een bedrijf, een actiegroep, een format, et cetera. We duiden deze laatste term vooral omdat deze steeds vaker in (Engels- en Franstalige) teksten opduikt.
Genderinclusief wordt bij gelegenheid gebruikt als synoniem voor de verschillende termen die we hierboven hebben vermeld. Soms wordt het als synoniem voor genderneutraal gebruikt, soms voor genderbewust en in enkele gevallen ook voor sensitief of responsief. RoSa beschouwt genderinclusief als een praktijk die verder kijkt dan ‘gender’ (en biologisch geslacht). Wie genderinclusief werkt, streeft de inclusie na van alle biologische geslachten, genderidentiteiten, genderexpressies, genderrollen en iedereen die op welke manier dan ook voorbij gaat aan een binair denkkader. Tegelijkertijd kijkt een genderinclusieve praktijk niet per se even diepgaand en prioritair naar de structurele en maatschappelijke aspecten.
Wanneer we het hebben over de fasering gendersensitief tot gendertransformatief starten we net vanuit die structurele en maatschappelijke blik. Dat betekent echter niet dat een genderbewuste blik enkel gender (en biologisch geslacht) in acht neemt. Bij RoSa stipuleren we dat de evolutie van gendersensitief naar gendertransformatief handelen een intersectioneel gegeven is. Wie gendertransformatief wil werken, moet met andere woorden proactief aandacht besteden aan intersecties tussen gender en seksuele voorkeur, handicap, huidskleur, … én de verschillen in impact, vooroordelen en discriminatie die daaruit voortvloeien benoemen en van een antwoord voorzien.