Baanbrekende Amerikaans-Caribische auteur, dichter, feministische activist en academica met een focus op intersectionaliteit
Audre Lorde (1934–1992) omschrijft zichzelf als "zwarte, lesbienne, moeder, strijder, dichter". Ook feminist, activist, auteur en professor kunnen moeiteloos aan dat rijtje worden toegevoegd. Lorde is een veelzijdige vrouw die door middel van haar literaire werk en activisme ongelijkheden in de samenleving aankaart. Haar ervaringen met zowel seksisme, racisme, homofobie en andere ongelijkheden vormen de kern van haar schrijven. Ze weigert de ene ervaring boven de andere te verheffen. Ze is én vrouw, én zwarte, én lesbisch, én ... Het erkennen van verschillen én ze overstijgen zijn centrale noties binnen haar oproep tot een meer intersectionele visie op - en aanpak van - de strijd om gelijke rechten.
Geboren op 18 februari 1934 in Harlem, New York, groeit de Amerikaans-Caraïbische Audrey Geraldine Lorde op in Harlem, New York als dochter van immigranten. Al snel raakt ze echter vervreemd van haar familie en gaat ze op zoek naar haar eigen waarheden.
Literatuur is voor haar een bron van inspiratie en tegelijk een uitlaatklep. Op haar zestiende wordt haar eerste gedicht gepubliceerd in het Amerikaanse jongerentijdschrift Seventeen, maar pas wanneer ze in de dertig is zal Lorde voor het eerst een deel van haar gedichten verzamelen en uitgeven in een boek: The First Cities (1968).
In de jaren vijftig van de twintigste eeuw behaalt Lorde een diploma in Engelse literatuur. Vervolgens combineert ze een bibliotheekstudie aan Columbia University met verscheidene banen om in haar onderhoud te voorzien. Haar artistieke en creatieve kant komen in deze periode volledig tot ontplooiing. Tegelijkertijd ontluikt haar lesbische seksualiteit en groeit haar besef van heersende ongelijkheden binnen de samenleving. Haar persoonlijke strijd als zwarte lesbische vrouw geeft - in combinatie met haar artistieke talent - vorm aan haar literaire carrière. Seksisme, racisme, homofobie en andere ongelijkheden vormen van bij het begin de kern van haar schrijven. Later zal datzelfde ook voor haar activisme van toepassing zijn.
Bron foto: K. Kendall / CC BY
In de eerste plaats focust Lorde zich op het schrijven van poëzie. Pas later voegt de auteur ook proza aan haar oeuvre toe. Ze laat de ‘y’ van haar geboortenaam vallen, omdat Audre naar haar mening een betere artistieke symmetrie zou vertonen met haar achternaam Lorde.
Naast haar carrière als dichter en auteur, werpt Lorde zich onder meer ook op als een toegewijd lid van de lokale holebigemeenschap en zet ze zich actief in voor een meer bredere kijk op "het" feminisme. Ook meer kansen genereren voor zwarte vrouwen staat in haar activisme centraal. In 1980 start Lorde, samen met Barbara Smith en Cherríe Moraga, de allereerste uitgeverij voor zwarte vrouwen in de VS: Kitchen Table: Women of Color Press.
In 1981 staat Lorde vervolgens mee aan de wieg van de Women’s Coalition of St. Croix, een hulporganisatie voor slachtoffers van seksueel geweld en partnergeweld. Eind jaren tachtig initieert ze mee de Sisterhood in Support of Sisters in Zuid-Afrika, een hulporganisatie voor zwarte vrouwen die lijden onder het Apartheidsregime.
Als lesbisch feminist schrijft Lorde over homorechten en feminisme. Ze verwijt witte feministen racisme, en heteroseksuele feministen heteronormativiteit en homofobie. Lorde focust niet enkel op verschillen tussen groepen vrouwen, maar ook op conflicterende verschillen binnen het individu zelf. Zo beschrijft ze zichzelf meermaals als een "continuum of women".
Naast auteur en activist is Lorde ook professor. Ook binnen haar educatieve carrière zet ze zich in om ongelijkheden de wereld uit te helpen. In de periode dat ze als professor Engels aan de slag is aan het John Jay College of Criminal Justice helpt ze mee een departement voor Black Studies te creëren. Het belang van taal staat ook in het academisch werk van Lorde steeds centraal.
"And where the words of women are crying to be heard, we must each of us recognize our responsibility to seek those words out, to read them and share them and examine them in their pertinence to our lives. That we not hide behind the mockeries of seperations that have been imposed upon us and which so often we accept as our own: for instance, "I can't possible teach black women's writing - their experience is so different from mine," yet how many years have you spent teaching Plato and Shakespeare and Proust? ... And all the other endless ways in which we rob ourselves of ourselves and each other" Audre Lorde, geciteerd in Women and race in contemporary U.S. writing (2007) - Kelly Lunch Reames
Lorde schrijft in haar werk over de ongelijkheden, het geweld en de pijn die ze zelf heeft ervaren. Haar poëzie zit vol met uitingen van woede, ongeloof, frustratie, verdriet, pijn en vervreemding.
In Sister Outsider (1984), één van haar bekendste werken, daagt ze door middel van een compilatie speeches bestaande vooroordelen en veronderstellingen uit inzake seksisme, racisme, homofobie en het onbegrip tussen mensen die slechts één, twee of geen enkele van deze drie aspecten ervaren. De ervaring van een witte lesbienne is nu eenmaal niet die van een zwarte lesbienne. Ook "het" feminisme schiet in de ogen van Lorde tekort voor niet-witte vrouwen. Aan de andere kant neemt Lorde ook expliciete standpunten in die het opdelen van vrouwen in verschillende groepen tegengaat. Zo spreekt ze in The Cancer Journals (1980) over het feit dat vrouwen "have been taught to interpret certain differences between women - such as race, class, and sexuality - as threats and insurmountable divisions, and the culturally mandated silence about these issues ensures their perpetuation" (Kelly Lynch Reames in Women and race in contemporary U.S. writing (2007, p.74)).
"Het" feminisme moet zich, volgens Lorde, uitspreken in naam van alle vrouwen, en samen moeten deze vrouwen zich verenigen als één feministische collectief. Niet alle vrouwen zijn gelijk en ze hebben niet allemaal dezelfde ervaringen, maar die verschillen moeten zowel overstegen als erkend worden binnen "de" feministische beweging. Alleen dan zullen patriarchale instituten en ongelijkheden bestreden kunnen worden, volgens Lorde.
Het merendeel van het literaire werk van Audre Lorde is gefocust op 'vrouw-zijn', maar ook andere thema's krijgen uitgebreid aandacht en spelen op momenten zelfs eerste viool: black pride, verstedelijking en globalisering, zwart feminisme, lesbianisme en haar Caribische en Afrikaanse roots. Goed zichtbaar in haar werk is ook het feit dat haar verschillende overtuigingen en achtergronden elkaar te gronde beïnvloeden. Zo bepaalt haar visie op hegemonie en globalisering mee haar visie op wat feminisme is en zou moeten zijn en heeft haar lesbische identiteit invloed gehad op het in vraag stellen van de strikte rollen die aan zwarte vrouwen werden toegekend. Lorde's overtuigingen zijn ook geen vastgeroeste noties. Ze evolueren mee met wat er zich in haar leven en in de wereld rondom haar afspeelde. Zo maakt haar poëzie doorheen de jaren een duidelijke evolutie door.
Als basis voor haar gedichten gebruikt Lorde vaak bekende beelden uit de media. Ze wil hiermee duidelijk maken dat we ook aandacht moeten hebben voor de manier waarop aspecten zoals geweld worden weergegeven in de diverse media en in welke mate bij deze berichtgeving sprak is van vooroordelen op basis van ras, afkomst of geslacht.
Een ander bekend boek van de hand van Audre Lorde is Zami: A New Spelling of My Name (1982), een boek dat bekend staat als een autobiografie van Lorde, maar dat ze zelf omschrijft als een biomythography. Lorde riep dit begrip zelf in het leven en omschrijft het als deels geschiedenis, deels biografie en deels mythe. De relatie tussen moeders en dochters staat in dit boek centraal. Lorde ontwijkt hierbij de moeilijke vragen en vaak pijnlijke onderwerpen niet. Zami richt ook - voor het eerst in de zogezegde mainstream literatuur - de aandacht op de levens van zwarte lesbische moeders.
Lorde verklaart het begrip "Zami" als een benaming voor "vrouwen die samenwerken als vrienden en geliefden" in de taal van Carriacou. Het boek vormt voor Lorde zelf een stap op weg naar het herontdekken van haar roots. Carriacou is namelijk het eiland in de Caraïben waar haar moeder vandaan komt. Het maakt deel uit van de eilandengroep die het land Grenada omvat. Zami: A New Spelling of My Name (1982) is een ode aan de vrouwen die van belang zijn geweest in Lorde's leven en die haar de kracht hebben gegeven te zijn wie ze is, los van vooroordelen en onbegrip.
In The Black Unicorn (1978) verplaatst Lorde haar blik naar Afrikaanse tradities en overtuigingen. Vooral de (vergeten) vrouwelijke aspecten binnen de ethiek en godsdiensten biedt ze een platform. Focus gaat onder meer naar vruchtbaarheid en creatie, maar ook naar een aspect dat vaak over het hoofd werd gezien: vrouwelijke kracht en de vrouw als strijder. Weg met zogenaamde “stoere en sterke mannelijke godheden”. Audre Lorde zet een strijdersethos centraal met een krachtige vrouwelijke voorhoede. Het is hier dat het begrip strijder voor Lorde betekenis begint te krijgen. Ze zal het concept strijder (Engels: warrior) haar hele verdere leven onderzoeken, toepassen en bijschaven.
Met The Black Unicorn (1978) creëert Lorde opnieuw een boek over een thema dat - en vooral een invalshoek op een thema die - daarvoor amper bespreekbaar was: de vrouw als sterke strijder binnen het geloof en de ethiek. Ook voor lesbisch zijn is in deze gedichtenbundel opnieuw ruimte. Het boek zal één van haar meest gelezen werken worden.
In één van haar meest besproken essays, Uses of the Erotic : the Erotic as Power (1982), kaart Lorde de onderdrukking van het erotische bij vrouwen aan en stelt ze de simplistische visie van erotiek als seksueel en bijna pornografisch in vraag. Erotiek kan volgens Lorde een vorm van kracht zijn in de levens van vrouwen en wordt hen - door het ontkennen, negeren of verwerpen van vrouwelijk seksueel genot - ontkend.
Audre Lorde zal uiteindelijk zeventien boeken uitbrengen. Haar oeuvre wordt voornamelijk geprezen omdat ze door middel van haar literatuur optrad als spreekbuis voor een zelden gehoorde groep: zwarte lesbische vrouwen.
In 1962 trouwt Audre Lorde met een witte homoseksuele man, Edwin Rollins, met wie ze twee kinderen heeft. Beide partijen zijn op het moment van de festiviteiten op de hoogte van elkaars seksualiteit. Rollins en Lorde zijn goede vrienden die beiden ook kinderen willen. Een huwelijk lijkt hen hiervoor de geschikte setting. Hun huwelijk zal als "cover" dienen voor eventuele beschuldigingen van homoseksualiteit. Ze scheiden echter in 1970. In 1968 leert Lorde namelijk Frances Clayton kennen, een witte psychologieprofessor aan Tougaloo College waar ook Lorde toen les gaf. Clayton is op het moment van hun kennismaking niet enkel professor, maar ook een fervent anti-racisme-activist. Met haar zal Lorde twintig jaar samen zijn, maar ook deze relatie loopt uiteindelijk op de klippen.
Op latere leeftijd heeft Lorde een relatie met de bekende zwarte schilderes en beeldhouwster Mildred Thompson. De vrouw die echter aan haar zijde is als Lorde overlijdt, is professor in de sociologie en activist Gloria Joseph. Deze laatste schrijft later het boek The Wind Is Spirit: The Life, Love and Legacy Of Audre Lorde (2016).
Het is vooral door aanmoedigingen van Frances Clayton dat Lorde zich gesterkt voelt om zich enerzijds als activist te engageren en anderzijds ook haar literaire werk te publiceren. Dat is heel zichtbaar aangezien Lorde's eerste eigen publicatie er pas komt in 1968, het jaar waarin ze Clayton leert kennen. Door haar relatie met Clayton voelt Lorde zich ook steeds meer overtuigd om haar homoseksualiteit niet langer te verbergen. Haar seksualiteit is deel van wie ze is. Ook in haar literaire werk integreert ze het thema dan ook steeds vaker openlijk. Het gedicht Martha uit haar tweede gepubliceerde gedichtenbundel Cables to Rage (1970) wordt beschouwd als het eerste gedicht waarin Lorde expliciet aangeeft zelf lesbisch te zijn.
Veertien jaar lang gaat Audre Lorde de strijd aan tegen kanker: eerst borst- en vervolgens leverkanker. Deze persoonlijke en afmattende worsteling zorgt ervoor dat ze zich steeds meer op haar schrijven focust. Zo laat Lorde zich door haar strijd tegen kanker inspireren tot het schrijven van The Cancer Journals (1980). Dat is een schot in de roos. Het boek groeit uiteindelijk uit tot één van haar bekendste werken.
In The Cancer Journals (1980) pent Lorde haar eigen - succesvolle - strijd tegen borstkanker neer, op basis van dagboeknotities, met aandacht voor racisme en seksisme. Niet tegenstaande dat ze later aan de gevolgen van leverkanker zal overlijden, wint ze deze eerdere strijd tegen borstkanker. In haar boek A Burst of Light (1988) schenkt Lorde aandacht aan de nieuwe diagnose van leverkanker.
Haar voornaamste kritiek op "het" feminisme is dat veel feministische auteurs en andere feministen uit de jaren zestig zich voornamelijk focussen op het leven van witte vrouwen uit de middenklasse. De zogenaamde “theorie van de verschillen” overheerst dan ook haar schrijven. Lorde verwerpt de binaire opdeling man-vrouw als te simplistisch. Niet enkel het geslacht, maar ook klasse, huidskleur, leeftijd, seksuele voorkeur en gender spelen, volgens haar, een fundamentele rol in de ervaringen van vrouwen. Intersectionaliteit tot in de kern dus. Ze beschrijft zichzelf als een “zwarte, lesbienne, moeder, strijdster, poëet”. Ze daagt openlijk bestaande noties uit die één of meerdere aspecten van haar zijn denigreren of weigeren te erkennen. Lorde's bijdrage voor het feministisch denken alsook voor (lesbische geïnspireerde) poëzie mag dan ook niet onderschat worden.
“There’s always someone asking you to underline one piece of yourself – whether it’s Black, woman, mother, dyke, teacher, etc. because that’s the piece that they need to key in to. They want to dismiss everything else.”Audre Lorde in Conversations with Audre Lorde (2004)
Naast kritiek op de heersende feministische gedachten van haar tijd, kan Lorde zich ook niet volledig vinden in ideeën van womanism. Waar de heersende feministische theorieën te weinig aandacht hebben voor de ervaringen van zwarte vrouwen, vindt ze het gedachtengoed van womanists vaak te beperkend wat betreft homoseksualiteit.
Lorde's literaire werk krijgt vrijwel meteen zeer positieve reviews, nog voor ze zelf een volwaardig boek uitbrengt. Haar gedichten worden tijdens de jaren zestig al vaak ge(her)publiceerd in verschillende bundels, tijdschriften en bloemlezingen - zowel in de VS als in het buitenland. Daarnaast speelt het feit dat ze één van de weinige openlijk lesbische dichters is in de jaren zeventig van de twintigste eeuw ook een grote rol in - de verdere groei van - haar bekendheid. Aanvragen om lezingen en toespraken te houden, stromen één voor één binnen. Hoewel ook haar eerste werken erg positief worden ontvangen, levert het uitbrengen van Coal (1976) haar definitieve doorbraak.
Haar bundels worden ook meermaals genomineerd voor prestigieuze literaire prijzen. Zo wordt From a Land Where Other People Live (1973) genomineerd voor de Amerikaanse National Book Award for Poetry.
De openheid waarmee ze haar eigen strijd met kanker beschrijft in The Cancer Journals (1980) verstevigt haar positie als een gewaardeerde auteur - en gevestigde waarde - in de Amerikaanse literatuur begin jaren tachtig. In de periode die volgt wordt ze ook steeds bekender als sociaal en politiek activist. Haar literaire werken zullen in de loop der jaren ook steeds persoonlijker worden.
Vooral na het uitbrengen van The Cancer Journals (1980) begint haar werk Lorde ook effectief prijzen op te leveren. Met dat boek wint ze in 1981 onder meer de American Library Association Gay Caucus Book of the Year Award. In 1992, het jaar van haar overlijden, mag ze de Bill Whitehead Award for Lifetime Achievement van Publishing Triangle in ontvangst nemen. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een auteur uit de LHBTQ+gemeenschap. Diezelfde organisatie roept in 2001 ter ere van Audre Lorde een specifieke prijs in het leven gericht op lesbische poëzie. De prijs wordt naar haar vernoemd: The Audre Lorde Award.
"As a contributer to women's literature, her influence was monumental" Audre Lorde Obituary - Boston Globe
In haar thuisbasis New York wordt postuum een gezondheidscentrum naar haar (en AIDS-activist en muzikant Michael Callen) vernoemd, het Callen-Lorde Community Health Center. Het gezondheidscentrum biedt medische hulp aan de LHBTQ+populatie van de stad, ook voor zij die de medische kosten mogelijks niet kunnen betalen.
In Brooklyn bestaat sinds 1994 The Audre Lorde Project, een organisatie die zich specifiek inzet voor niet-witte LHBTQ+'s. Focus ligt op antiracisme, sociaal engagement en activisme.
In 2014 krijgt Audre Lord een plek in The Legacy Walk, een openluchtmuseum in Chicago over LHBTQ+geschiedenis en de mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld binnen deze geschiedenis.
Audre Lorde sterft uiteindelijk op 58-jarige leeftijd op 17 november 1992 na een lange strijd tegen leverkanker. Vlak voor haar dood ondergaat ze nog een Afrikaanse naamgevingsceremonie, waarbij ze de naam Gamba Adisa aanneemt. Deze kan vrij worden vertaald naar "Warrior: She Who Makes Her Meaning Known" in het Engels of "Strijder: zij die haar betekenis bekend maakt" in het Nederlands.