hier komen promoties & acties

29.05 | Verkozen vrouwen

RoSa vzw scant dagelijks het (inter)nationale nieuws op relevante berichtgeving rond gender en feminisme. In deze wekelijkse nieuwsbrief gaan we dieper in op één actueel thema. Deze week plaatsen we Gender in de Pers in het teken van verkozen vrouwen.

Gepubliceerd op 29/05/2019

De verkiezingen zijn ondertussen achter de rug, maar de nasleep ervan zal nog even duren. We gaan in deze nieuwsbrief dan ook nog niet dieper in op de invloed die deze uitslagen zullen of kunnen hebben op het beleid. We geven wel de eerste cijfers mee met betrekking tot het aantal verkozen vrouwen. Binnenkort zal het vervolgens interessant zijn om het aantal vrouwen dat verkozen werd te vergelijken met het aantal vrouwen dat ook daadwerkelijk een politiek mandaat opneemt.

Van pariteit is nog steeds geen sprake maar het goede nieuws is dat we er alweer een beetje op vooruit gingen: in totaal werden dit jaar zeventien vrouwen meer verkozen dan bij de verkiezingen in 2014. Het aantal verkozen vrouwen stijgt daarmee lichtjes, van 40,2 procent naar 43,8 procent. In totaal waren er 484 zetels te verdelen over de Kamer, het Vlaamse, het Waalse, het Brussels en het Duitstalige parlement én het Europese halfrond. 212 van die zetels gaan rechtstreeks naar vrouwen, en geen enkele instantie bereikt een evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen.

Vlaams Parlement

Het Vlaams Parlement scoort het beste. Als we er kijken naar het aantal rechtstreeks verkozenen, tellen we negenenvijftig vrouwen en vijfenzestig mannen. Vrouwen maken zo maar liefst 47,6 procent uit van het totale aantal rechtstreeks verkozenen. Bij de Vlaamse verkiezingen in 2014 telden we nog vijfenvijftig vrouwen versus negenenzestig mannen, of 44,4 procent vrouwen versus 55,6 procent mannen.

Open Vld en CD&V tellen zelfs meer vrouwen dan mannen onder hun rechtstreekse verkozenen. Voor Open Vld werden negen vrouwen op zestien kandidaten, goed voor 56,3 procent, in het Vlaams parlement gestemd. Voor CD&V zijn dat er tien op negentien of 52,6 procent.

Bij Groen (zeven vrouwen op veertien verkozenen) en PVDA (twee vrouwen op vier verkozenen) is er sprake van een volledige genderpariteit: zij leveren 50 procent mannen en 50 procent vrouwen.

Vlaams Belang, N-VA en sp.a zijn de enige partijen waarbij minder van de helft van de verkozenen een vrouw is. Bij sp.a zijn zes van de dertien verkozenen vrouw, goed voor 46,2 procent. N-VA telt onder haar drieëntwintig verkozenen zestien vrouwen, of 45,7 procent. Voor Vlaams Belang werden tot slot negen vrouwen verkozen op een totaal van drieëntwintig zetels, amper 39,1 procent.

Federaal Parlement

Ook in de Kamer zien we een lichte stijging in het aantal rechtstreeks verkozen vrouwen, al zorgt dit nog niet voor genderpariteit. Waar in 2014 net geen 40 procent van de verkozenen vrouw waren, tellen we vandaag 43,3 procent vrouwen.

Hier zijn het sp.a en Ecolo die meer vrouwen dan mannen aanleveren. Bij sp.a zijn vijf van de negen verkozen, of 55,6 procent, vrouw. Bij Ecolo zijn dat er zeven van de dertien, goed voor 53,8 procent.

Ook hier zien we bij Groen (vier vrouwen op achttien verkozenen) een volledige genderpariteit. Dat geldt ook voor de Franstalige partij Défi (een vrouw op twee verkozenen). Voor N-VA werden elf vrouwen verkozen op vijfentwintig zetels, waardoor vrouwen 44 procent uitmaken van de grootste fractie in de Kamer. Open Vld en CD&V leveren elk vijf vrouwen aan op twaalf verkozenen, goed voor 41,6 procent. PS telt acht vrouwen op twintig zetels, CDH twee op vijf: beiden leveren ze dus precies 40 procent vrouwen aan. Bij Vlaams Belang tellen we acht vrouwen op achttien verkozenen, zo’n 38,9 procent. Ook bij MR, de Franstalige liberalen, zijn slechts vijf van de veertien verkozenen vrouw, goed voor 35,7 procent. De slechtste van de klas is PTB-PVDA, waarbij vier vrouwen op twaalf verkozenen de Kamer werden ingestemd: amper 33,3 procent.

Brussels Parlement

Dezelfde lijn trekt zich door in het Brussels Parlement, waar het aantal rechtstreeks verkozen vrouwen met ongeveer twee procent stijgt. Na de verkiezingen in 2014 kregen zesendertig vrouwen (40,4 procent) een plek in het negenentachtig zitjes tellende parlement. Bij de verkiezingen van afgelopen weekend steeg dat aantal tot negenendertig, goed voor 43,9 procent vrouwelijke vertegenwoordiging. Net wat meer dan in de Kamer, maar nog heel wat minder dan in het Vlaams Parlement.

De Franstalige partijen leveren procentueel gezien een pak meer vrouwen af dan de Nederlandstalige partijen: respectievelijk 45,8 procent (drieëndertig vrouwen op tweëenzeventig verkozenen) tegenover 35,3 procent (zes vrouwen op zeventien verkozenen) vrouwen.

De enige zetel van CD&V is voor een vrouw, waardoor de partij in principe voor 100 procent vrouwelijke vertegenwoordiging zorgt. Groen zorgt, net als in het Vlaams en Federaal parlement, voor een perfecte genderpariteit: twee van de vier plaatsen gaan naar vrouwen.  Zowel bij N-VA als bij One.brussels-sp.a en Open Vld ging een zetel op de drie naar een vrouw, goed voor elk 33,3 procent. 

Voor Vlaams Belang, PVDA en Agora werd telkens één man verkozen. Zij zijn dus letterlijk eenmanspartijen in het Brussels parlement. Bij Agora dienen we wel op te merken dat het parlementslid louter zal fungeren als spreekbuis voor een assemblee van negenentachtig gelote Brusselaars. Daarbij kiest de partij ervoor om quota te gebruiken op vlak van gender, opleidingsniveau en leeftijd.

Schijnkandidaten

Enkele dagen na de verkiezingen ontstond er commotie toen bleek dat twee vrouwen die rechtstreeks verkozen waren voor Vlaams Belang onmiddellijk hun ontslag indienden om zich te laten opvolgen door… een man. Beide vrouwen stonden op de tweede plaats, na een mannelijke lijsttrekker. Dat is verplicht door het ritsprincipe, waarbij mannen en vrouwen elkaar moeten afwisselen op de verkiezingslijsten.

In een van de gevallen gaf de vrouw in kwestie ook toe dat dit zo was afgesproken om het ritssysteem te omzeilen. Bij de andere vrouw kwam Vlaams Belang met het argument dat zij al een andere – onmisbare – functie heeft binnen de partij. Op Radio 1 liet voorzitter Tom Van Grieken optekenen niet achter quota te staan.

#hetis2019

Verschillende vrouwenbewegingen hebben een open brief geschreven, gericht aan de regeringsonderhandelaars. Daarin vragen ze hen om te zorgen voor evenveel vrouwen als mannen in de nieuwe Vlaamse, Brusselse en Belgische regering. Onder meer Vrouw & Maatschappij (CD&V), zij-kant, Open Vld Vrouwen, GenderNet (Groen), Marianne (PVDA), Vrouw & Vrijheid en de Vrouwenraad zetten hun handtekening onder de open brief. 

In een van de nieuwsbrieven waarin we onze bevraging bij alle politieke partijen naar aanleiding van de verkiezingen bekendmaakten, pleitte Open Vld alvast voor een genderevenwicht in de regering: “De politiek dient het goede voorbeeld te tonen. Er is al een evenwichtige verdeling van mannelijke en vrouwelijke kandidaten op de verkiezingslijsten, maar ook in de regeringen moet er wat ons betreft een evenwicht zijn: even veel mannelijke als vrouwelijke ministers.”

In een andere nieuwsbrief vroegen we de partijen of ze plannen hebben die verder reiken dan het opvolgen van de bestaande genderquota. Samengevat bleek daaruit dat de meerderheid van de ondervraagde partijen voorstander is van plannen zijn die verder reiken dan quota. sp.a, PVDA en Groen vinden dat een verhoging van politieke participatie bij vrouwen in alle bestuurslagen doorgevoerd zou moeten worden. Open Vld, Groen en N-VA willen vrouwen bewuster maken om zich politiek in te zetten. Vlaams Belang wil dan weer de huidige quota afschaffen. Ook N-VA staat kritisch tegenover quota. Deze twee laatste partijen staan beiden achter het principe van ‘de juiste persoon op de juiste plek’ en zijn geen voorstanders van quota.

Een andere vraag die aan bod kwam, was of de partijen in de toekomst maatregelen zullen nemen om de patriarchale politieke cultuur af te bouwen. Daarop kwamen gemengde reacties. PVDA en N-VA zijn voor het afbouwen van de patriarchale politieke cultuur, maar ze brengen geen concrete plannen of maatregelen aan. PVDA zegt wel open te staan voor voorstellen. sp.a vindt de uitvoerende besturen van belang om de patriarchale politieke cultuur af te bouwen, terwijl de N-VA intern bekijkt hoe ze deze cultuur kunnen afbouwen. Open Vld vindt dat de politiek een afspiegeling zou moeten zijn van de bevolking en zet in op culturele aspecten om de patriarchale politieke cultuur af te bouwen. Groen wil het genderaspect in alle beleidsdomeinen laten opnemen en werken aan een verdere sensibilisering over genderstereotypen. 

Of en hoe de partijen hun beloften zullen nakomen, valt af te wachten.


In de pers:

Meer weten?

Bron hoofdafbeelding: Element5 Digital via Unsplash

Bron banner: The Pencils of Eline

Op de hoogte blijven van RoSa thema's en actua?

Ontvang onze tweewekelijkse Pers:pectief waarin we een actueel of onderbelicht thema bespreken vanuit een genderperspectief, of kies voor onze driemaandelijkse Uitgelezen met tal van boekrecensies, interviews, de nieuwste aanwinsten in onze almaar groeiende collectie en nog veel meer, telkens rond één specifiek thema.

Schrijf je in