Discriminatie is bij wet verboden en dus strafbaar. Wat houdt discriminatie precies en wat is het verband met gender? Welke vormen van discriminatie onderscheiden we? Wat leren statistieken en cijfers ons over discriminatie in België? Hoe zit de antidiscriminatiewetgeving in elkaar en wat kan je ondernemen als je slachtoffer wordt van discriminatie? Op deze pagina kom je het te weten.
Discriminatie is het ongelijk behandelen en benadelen van een andere persoon of een groep personen op basis van specifieke identiteitskenmerken. Volgens de wet zijn discriminatie, pesterijen, haatboodschappen en haatmisdrijven tegenover een persoon of een groep omwille van deze identiteitskenmerken op Belgisch grondgebied strafbaar. Deze specifieke kenmerken worden ook wel ‘beschermde (discriminatie)criteria’ genoemd.
In België verbiedt de wet discriminatie op grond van negentien identiteitskenmerken:
Gender, als geheel van maatschappelijke normen, ideeën en verwachtingen rond mannelijkheid en vrouwelijkheid, wordt samen met biologisch geslacht geteld als beschermd criteria op basis waarvan niet mag worden gediscrimineerd. Ook iemands genderidentiteit wordt hiermee beschermd. Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) is de onafhankelijke federale overheidsinstelling die bevoegd is voor discriminatie op grond van geslacht (of gender). Daaronder valt ook de discriminatie van trans personen. Het IGVM staat in voor het waarborgen en bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen, en de bestrijding van elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op basis van gender of geslacht. Daarvoor zet het Instituut in op het ontwikkelen en in praktijk brengen van een aangepast wettelijk kader en geschikte structuren, strategieën, instrumenten en acties. Ook behandelt de juridische cel van het Instituut infovragen en klachten van slachtoffers van geslachtsdiscriminatie.
In de antidiscriminatiewetgeving wordt een onderscheid gemaakt tussen directe of indirecte discriminatie. Directe discriminatie betekent dat een persoon of groep ongelijk en ongunstig wordt behandeld omwille van een beschermd criterium. Een persoon of een groep met een specifiek identiteitskenmerk wordt dus benadeeld ten opzichte van personen die niet datzelfde identiteitskenmerk hebben, bijvoorbeeld wanneer een persoon niet wordt aangeworven omwille van haar huidskleur of wanneer een groep mensen de toegang tot een dancing worden ontzegd omwille van hun seksuele oriëntatie. Indirecte discriminatie betekent dat een schijnbaar neutrale maatregel of handeling resulteert in de ongelijke en ongunstige behandeling van personen gekenmerkt door een beschermd criterium. Hoewel een maatregel of handeling voor iedereen geldt, benadeelt (en viseert) die dus enkel personen met een specifiek identiteitskenmerk. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een vrouw met een hoofddoek de toegang tot een school wordt ontzegd omdat hoofddeksels niet toegelaten zijn, of wanneer een slechtziende persoon met een assistentiehond de toegang tot een restaurant wordt ontzegd omdat dieren niet toegelaten zijn.
Men spreekt van meervoudige discriminatie wanneer meer dan één beschermd criterium of identiteitskenmerk een rol speelt in het discriminatoire voorval. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een gekwalificeerde, oudere vrouw niet geselecteerd wordt voor een job in IT omwille van stereotypen over de competentie van oudere vrouwen in IT. Zowel haar leeftijd als haar genderidentiteit spelen dan een rol in de discriminatie die zij ondervindt op de arbeidsmarkt. Wanneer een zwarte vrouw de toegang wordt geweigerd tot een bar, mag het voor haar wel duidelijk zijn dat ze gediscrimineerd wordt, het is haar misschien niet duidelijk op welke basis ze gediscrimineerd wordt: weert de buitenwipper mensen van kleur of weert hij vrouwen? Of, en dat is meervoudige discriminatie: weert hij vrouwen van kleur? Het is niet altijd mogelijk om (meervoudige) discriminatie aan te tonen op basis van welbepaalde identiteitskenmerken, ook als het discriminatoire karakter van een situatie an sich duidelijk is.
Meervoudige discriminatie wordt in kaart gebracht in intersectionele analyse.
Intersectionaliteit werpt licht op de unieke vormen van meervoudige discriminatie die een persoon kan ervaren op grond van verschillende identiteitskenmerken. De Amerikaanse jurist en academica Kimberlé Crenshaw muntte dit concept naar aanleiding van een rechtszaak waarin zwarte vrouwen in het licht van de toenmalige antidiscriminatiewetgeving onvoldoende konden bewijzen dat ze gediscrimineerd werden: de rechter oordeelde dat er geen sprake was van seksisme aangezien er wel witte vrouwen werkten in het bedrijf, en dat er evenmin sprake was van racisme omdat er ook zwarte mannen werkzaam waren. Kortom, de specifieke discriminatie van zwarte vrouwen op basis van hun huidskleur én hun genderidentiteit of biologisch geslacht kon niet worden aangeklaagd omdat de antidiscriminatiewetgeving destijds telkens maar één beschermd criterium in overweging nam.
In een recent rapport over de Belgische antidiscriminatiewetgeving (2022) beveelt de evaluatiecommissie de wetgever aan om niet alleen meervoudige discriminatie expliciet op te nemen in de wetgeving, maar ook discriminatie op grond van een vermeend criterium en discriminatie door associatie.
Wie meer inzicht wil krijgen in de attitudes over, en de ervaringen met discriminatie in België, kan de Equality Data Hub raadplegen. In deze databank kan je gericht zoeken naar alle bestaande data in België over verschillende vormen van discriminatie. De databank is het resultaat van het Improving Equality Data Collection in Belgium (IEDCB) project, deels gefinancierd door het Rights, Equality and Citizenship programma van de Europese Commissie en uitgevoerd door Unia in partnerschap met de Cel Gelijke Kansen (FOD Justitie). Unia geeft aan dat Equality data belangrijk zijn omdat ze een preciezer beeld van de werkelijkheid geven en daarom essentieel zijn in de strijd tegen discriminatie en sociale ongelijkheid. Het Instituut voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen (IGVM) is specifiek bevoegd voor discriminatie op basis van geslacht of gender, en brengt deze in kaart aan de hand van onderzoek. Een aantal cijfers uit hun laatste rapport (2022) op een rij:
Al wie zich op Belgische grondgebied bevindt, is tegen discriminatie beschermd op niveau van de gewesten en gemeenschappen, op federaal, Europees en internationaal niveau. In België vormen drie aparte wetten samen de antidiscriminatiewetgeving: de Genderwet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (gewijzigd op 22 mei 2014), de Antiracismewet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden (gewijzigd op 10 mei 2007) en de Antidiscriminatiewet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. Samen onderscheiden ze verschillende beschermde discriminatiecriteria. Discriminatie op grond van elk van deze criteria of persoonlijke kenmerken is verboden en strafbaar.
Dit zijn de verschillende discriminatiecriteria, opgedeeld per wet:
Unia is als onafhankelijke en publieke instelling bevoegd voor alle discriminatiecriteria, behalve geslacht en taal. Voor het criterium geslacht werd namelijk een apart instituut opgericht: het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM). Voor het criterium taal is er in België aan geen enkel overheidsorgaan een specifieke bevoegdheid toegewezen.
De Belgische antidiscriminatiewetgeving verbiedt directe discriminatie, indirecte discriminatie, aanzetten tot discriminatie, weigering van redelijke aanpassingen, pesterijen, haatspraak en haatmisdrijven.
Wie slachtoffer of getuige is van discriminatie op basis van gender(identiteit) of biologisch geslacht, kan klacht neerleggen bij het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM). Het Instituut verleent gratis en vertrouwelijk advies, onder andere om te bekijken of een slachtoffer zich burgerlijke partij kan stellen en een schadevergoeding kan vragen door een advocaat in te schakelen. In bepaalde gevallen kan het IGVM zelf slachtoffers bijstaan tijdens een rechtszaak. Dat deed het IGVM bijvoorbeeld in de zaak-Hoeyberghs rond seksistische en haatdragende uitspraken tijdens een lezing van de Gentse studentenclub KVHV, de zaak-De Pauw rond stalking en seksuele intimidatie, en in de zaak-Eveline rond wraakporno oftewel het verspreiden van naaktbeelden zonder toestemming.