De jongste jaren zijn er zowel progressieve als conservatieve tendensen op te merken wat betreft de abortuswetgeving in Latijns-Amerika, dat zowel Midden-Amerika als Zuid-Amerika omvat. Waar landen als Mexico, Argentinië en Colombia in de afgelopen twee jaar het recht op abortus verstevigen en de procedure breder toegankelijk maken, worden reproductieve rechten in landen zoals Guatemala, Honduras en Brazilië de afgelopen jaren stelselmatig aan banden gelegd. Hoe is het gesteld met abortusrechten in Latijns-Amerika? In dit subthema kom je het te weten. RoSa analyseert telkens twee landen in zowel Midden-Amerika als Zuid-Amerika met een opmerkelijke geschiedenis. Dit om een aantal algemene tendensen en interessante ontwikkelingen in Latijns-Amerika te ontrafelen.
Abortus is, net als andere sociale rechten zoals het homohuwelijk, een controversieel thema in Latijns-Amerika. De katholieke kerk heeft er - zowel historisch gezien als tot op de dag van vandaag - een grote invloed op de samenleving. Met maar liefst 84% van de Latijns-Amerikaanse volwassen bevolking die zich katholiek verklaart, is de autoriteit van de kerk ook op politiek vlak toonaangevend. Traditionele ideeën over seksualiteit, het huwelijk en sociale normen zijn dan ook dominant in Latijns-Amerika. Zo toont een studie van het prominente PEW Research Center aan dat de meeste Latijns-Amerikanen van mening zijn dat abortus illegaal moet zijn in alle of de meeste gevallen. Enkel in Uruguay, dat over een van de meest progressieve abortuswetgevingen in Latijns-Amerika beschikt, is het merendeel van de bevolking (54%) akkoord dat abortus in de meeste gevallen mogelijk moet zijn. Waar er in Argentinië ook 37% van de bevolking voor legalisering van abortus is, is er echter een grotere weerstand van personen die tegen legalisering is (60% in Argentinië ten opzichte van 43% in Uruguay).
In slechts vier Latijns-Amerikaanse landen is abortus op aanvraag mogelijk: Cuba sinds 1965, Guyana sinds 1995, Uruguay sinds 2012 en Argentinië in 2020.
Volgens een studie van het Guttmacher Institute uit 2022 keldert het aantal ongewenste zwangerschappen in Latijns-Amerika tussen 1990-1994 en 2015-2019 met 26%. Dat heeft te maken met betere toegang tot anticonceptie en meer aandacht voor seksuele opvoeding binnen onderwijs. Tijdens diezelfde periode neemt het abortuscijfer met 9% af. Het aandeel ongewenste zwangerschappen dat stopgezet wordt door middel van abortus neemt toe van 38% naar 46%. Het instituut schat dat er jaarlijks zo’n 11 miljoen abortussen worden uitgevoerd in Latijns Amerika.
In Midden-Amerika geldt een totaalverbod op abortus in het Dominicaanse Republiek, El Salvador, Haïti, Honduras en Nicaragua. In Antigua en Barbuda, Dominica, Guatemala en Panama is abortus enkel legaal wanneer het leven van de zwangere persoon in gevaar is. Abortus omwille van fysieke gezondheidsredenen is toegestaan in de Bahama’s, Costa Rica en Grenada. In Jamaica, Saint Kitts en Nevis, Saint Lucia en Trinidad en Tobago kunnen zowel fysieke als psychologische gezondheidsredenen aangevoerd worden als gegronde reden om een abortus te bekomen, en is er dus meer bewegingsruimte. In Barbados, Belize en Saint Vincent en de Grenadines geldt een soepelere abortuswetgeving: daar is zwangerschapsafbreking toegestaan omwille van fysieke gezondheidsredenen of algemenere sociaaleconomische redenen. In katholiek Midden-Amerika is het marxistische Cuba de vreemde eend in de bijt met een uiterst soepele abortuswetgeving: het recht op abortus is vrij toegankelijk en de procedure wordt gratis aangeboden dankzij het Cubaanse sociale zekerheidssysteem. Wel is er een formele evaluatie nodig van een commissie van medische experts wanneer iemand een abortus wil bekomen na tien weken zwangerschap. In tegenstelling tot overige Latijns-Amerikaanse landen is de reden hiervoor niet religieus of moralistisch, maar gaat het veeleer over de gezondheidsrisico’s voor de zwangere persoon.
Momenteel is abortus in Guatemala enkel wettelijk toegestaan als het een medische noodzaak vormt om het leven van de zwangere persoon te redden en de procedure is goedgekeurd door minstens twee artsen. Deze restrictieve abortuswetgeving geldt al sinds 1973. Daarvoor gold een totaalverbod, ook als het leven van de zwangere persoon in gevaar is of de foetus niet levensvatbaar is. Bovendien verankert een artikel in de Guatemalteekse grondwet ‘pro life’, oftewel anti-choice, standpunten. Artikel 3 (in Chapter I, Title II) stelt namelijk dat de overheid “het menselijk leven garandeert en beschermt vanaf de conceptie, net zoals de integriteit en veiligheid van de persoon”. Vandaag is zwangerschapsafbreking in Guatemala nog steeds illegaal na verkrachting of incest, of omwille van sociaal-economische redenen. Veel ongewenst zwangere personen zoeken hun toevlucht dan ook in clandestiene milieus, waar abortus vaak niet wordt uitgevoerd door daartoe opgeleid medisch personeel, met de correcte en steriele middelen, noch in veilige en hygiënische omstandigheden. Een bijkomend probleem is het gebrek aan klinieken die letsels van (illegale) abortus behandelen. In sommige regio’s van Guatemala zijn er slechts vier gezondheidscentra per 100.000 vrouwen.
Daarnaast worden Guatemalteekse burgers die een legale abortus proberen te bekomen over de grens actief tegengewerkt. In februari 2017 meert een schip van de internationale NGO Women on Waves aan in de haven van Porto Quetzal, in het zuiden van Guatemala. Deze pro-choice NGO, opgericht door de Nederlandse arts Rebecca Gomperts in 1999, biedt aan boord reproductieve gezondsheidsdiensten, abortus, anticonceptie, gezinsplanning counselling en educatieve materialen in de hele wereld. Wanneer het schip aanmeert in landen waar abortus zeer beperkt of niet toegankelijk is, kunnen burgers die hun zwangerschap wensen af te breken aan boord gaan. Wanneer het schip ietwat verwijderd is van de kust en zich in internationale wateren begeeft, geldt de wetgeving van het desbetreffende land niet langer en kan abortus legaal en veilig uitgevoerd worden door bekwaam medisch personeel. Hoewel het schip van Women on Waves in 2017 over de juiste papieren beschikt om aan te meren in de Guatemalteekse haven, dwingt het lokale leger - op bevel van de rechtse en evangelisch christelijke president Jimmy Morales - de bemanning om te vertrekken. Burgers worden weerhouden van aan boord te gaan. Later zal de Guatemalteekse overheid zich verweren door te stellen dat ze “human life and the laws of the country” verdedigen.
Uitgerekend op Internationale Vrouwendag 2022 keurt het Guatemalteeks Congres een “Protection of Life and Family” wet goed die niet alleen de straffen op (illegale) abortus verhoogt, maar die ook LHBTQI+ individuen aanvalt.
Om het traditionele, heteroseksuele kerngezin “dat geen belang heeft bij diversiteit” te beschermen, verstrengt de wetgeving de straffen voor het uitvoeren of bekomen van een (illegale) abortus. Ook verbiedt de nieuwe wetgeving expliciet het homohuwelijk (wat al illegaal was) en het bespreken van seksuele en genderdiversiteit op school. Dit is opmerkelijk want seksuele opvoeding is tout court zo goed als afwezig in Guatemala, waar de Katholieke Kerk over een grote politieke macht beschikt. Religie speelt dan ook een belangrijke rol in de standkoming van de wet. De christelijke auteurs van de wet verdedigen de noodzakelijkheid ervan door te stellen dat “minority groups in society propose ways of thinking and practices that are incongruous with Christian morality”.
Abortus is een ethisch thema dat niet alleen vaak wordt ingezet om LHBTQI+-personen te stigmatiseren en discrimineren, maar ook wordt aangegrepen als religieuze splijtzwam en om religieuze minderheden te brandmerken.
Op 8 maart 2022 wordt de controversiële wet bekrachtigd met een grote meerderheid van maar liefst 101 stemmen voor, slechts acht stemmen tegen, en 51 afwezigheden. Voor de nieuwe wet wordt ingevoerd riskeren personen die hun ongewenste zwangerschap afbreken een maximumstraf van drie jaar. Door de nieuwe wet van 2022 wordt dat aantal opgetrokken naar maximaal tien jaar cel. Ook medisch personeel en derden die een ongewenst zwangere persoon helpen een abortus te bekomen, worden door de nieuwe wet strenger bestraft. De dag nadien, 9 maart, wordt door het Congres tot “Life and Family Day” gedoopt. In een speech in het Nationale Paleis laat de conservatieve president Alejandro Giammattei optekenen: “This event is an invitation to unite as Guatemalans to protect life from conception until natural death.”
Mensenrechtenorganisaties uiten zich bezorgd over de achteruitgang die gepaard gaat met het inperken van reproductieve rechten en zodoende in grote mate ook vrouwenrechten en trans rechten. “The approval of this dangerous initiative represents a threat to the rights of women and LGBT people in the country,” zegt Cristian González van de Human Rights Watch daarover. Ook merkt González op dat de wet op een zeer strategisch moment wordt ingevoerd, niet alleen op Internationale Vrouwendag als symbolische backlash maar ook in een periode waarin president Giammettei langzaam maar zeker het rechtssysteem ontmantelt.
Uit protest wordt op 12 maart 2022 The March Against Hate georganiseerd. Manifestanten eisen dat de repressieve wet wordt ingetrokken, en daar slagen ze in. Op 15 maart 2022 besluit het Congres - wederom met een meerderheid, waarop veel kritiek komt - het wetsvoorstel stop te zetten. President Alejandro Gimmattei die zich eerder lovend uitliet over de bescherming van het ongeboren leven geeft nu aan dat hij zijn vetorecht zou gebruikt hebben om de wet een halt toe te roepen. In de media en in de bredere samenleving is er veel kritiek op de manier waarop de president alsook het Congres in luttele dagen, telkens met een meerderheid, volledig van standpunt verandert.
“The [Mexican Supreme] Court’s landmark recognition of a right to abortion, the provision of free abortion services during early pregnancy, and the inclusive language used in the decision constitute one of the most liberal steps towards decriminalization of abortion and its recognition as a human right in Latin America.”
Sinds 2021 is abortus in Mexico officieel geen misdrijf meer, maar het recht op abortus blijft een strijdpunt aangezien de toegang tot abortus varieert van staat tot staat. Mexico telt 31 staten. Samen met de hoofdstad Mexico City maken de staten de 32 federale entiteiten van Mexico uit. In 2007 is Mexico City de eerste om abortus op aanvraag te legaliseren. Dat gebeurt enkele weken nadat ook het samenlevingscontract voor holebi’s wordt goedgekeurd. Mexico City, als hoofdstad en miljoenenstad, stelt daarmee een progressief voorbeeld op ethisch vlak, al zal het nog lange tijd duren voor ook de andere federale entiteiten volgen.
Al in 1991 keurt het Congres van de staat Chiapas een versoepeling goed die abortus op aanvraag zou legaliseren voor alleenstaanden, voor koppels indien beide partners akkoord gaan, en “wanneer bewezen wordt dat de abortus werd veroorzaakt door onvoorzichtigheid van de zwangerschap”, maar de Katholieke Kerk gooit roet in het eten en slaagt erin om deze progressieve hervorming tegen te houden.
De criminalisering van abortus in Mexico in zo goed als alle gevallen wordt dertien jaar na het schrijven van de Mexicaanse grondwet, in 1931, formeel ingevoerd en geldt dan in heel het land. Enkel wanneer het leven van de zwangere bedreigd wordt door de zwangerschap, de foetus niet levensvatbaar is of wanneer de zwangerschap het gevolg is van verkrachting, is abortus toegestaan. In 2019 oordeelt het Mexicaans Hooggerechtshof dat slachtoffers en overlevers van verkrachting recht hebben op abortus in publieke ziekenhuizen. Minderjarigen jonger dan twaalf jaar hebben hiervoor ouderlijke toestemming nodig.
Op 7 september 2021 neemt het Mexicaanse Hooggerechtshof unaniem een historisch besluit wanneer de elf opperrechters oordelen dat het bestraffen van abortus onconstitutioneel is. De uitspraak zet een belangrijk precedent voor het hele land.
De uitspraak van het Hof heeft federaal geldende gevolgen: rechters mogen geen straffen uitspreken voor het uitvoeren of bekomen van abortus, ook niet als een staat abortus nog niet uit het strafrecht gehaald heeft. Daarnaast verklaart het Hof plaatselijke regelgeving die “het leven vanaf conceptie” beschermt ongeldig. De argumentatie daarbij is dat de bescherming van een foetus geleidelijk toeneemt tijdens de zwangerschap, maar dat deze nooit kan voorgaan op de bescherming van de zwangere persoon zelf. Het Hof spreekt klare taal wanneer het toevoegt dat een embryo nooit gelijke rechten en bescherming kan genieten als een mens, en dat staten dit constitutioneel recht moeten erkennen voor iedereen die zwanger kan worden, ongeacht genderidentiteit. Ook spreekt het Hof zich uit over de gevaren van illegale abortus voor de gezondheid van de zwangere, maar ook voor sociale gelijkheid en voor het vertrouwen in medisch personeel. De toegang tot legale abortus is een fundamenteel recht, zo luidt de boodschap. In haar pleidooi oordeelt het Hof dan ook dat de criminalisering van abortus in tegenspraak is met artikel vier van de Mexicaanse grondwet die reproductieve rechten en toegang tot gezondheidsdiensten garandeert aan iedere Mexicaanse burger. Deze federaal geldende uitspraak schept de mogelijkheid om plaatselijke abortuswetten per staat aan te vechten. Voor de duidelijkheid: deze decriminalisering is een eerste stap naar feitelijke legalisering. De 28 federale entiteiten met restrictieve abortuswetten zijn nu genoodzaakt hun wetten aan te passen, en veilige en legale abortus op aanvraag aan te bieden in gezondheidscentra. Wel beschikt iedere lokale overheid over de vrijheid om een bepaald toegestaan termijn op te leggen. Toonaangevende pro-choice organisaties zoals GIRE voeren campagne om het toegestane termijn voor abortus te bepalen op twaalf weken zwangerschap, zoals al het geval is in Mexico City en Oaxaca.
Sinds augustus 2023 is abortus op aanvraag gelegaliseerd tot twaalf weken zwangerschap in Mexico City, Oaxaca, Hidalgo, Veracruz, Coahuila, Colima, Baja California, Sinaloa, Guerrero, Baja California Sur, Quintana Roo and Aquascalientes.
In Zuid-Amerika kennen Uruguay en Argentinië de meest liberale abortuswetgeving, met een toegestane termijn van respectievelijk twaalf en veertien weken voor een abortus op aanvraag. Als het gaat om een zwangerschap ten gevolge van verkrachting is ook in Uruguay een abortus mogelijk tot veertien weken. Ook Guyana heeft een relatief soepele abortuswetgeving in vergelijking met overige Zuid-Amerikaanse landen: daar is abortus legaal toegestaan tot acht weken zwangerschap. Dat is niet veel aangezien mensen soms na zes weken nog niet weten dat ze zwanger zijn, maar abortus op aanvraag is er dus wel legaal. In Bolivia en Ecuador is abortus bijvoorbeeld enkel toegestaan omwille van fysieke gezondheidsredenen. In Colombia en Peru kan het dan weer voor zowel fysieke als psychologische gezondheidsredenen. Suriname daarentegen heeft met een totaalverbod op abortus ongetwijfeld de meest restrictieve abortuswetgeving in heel Zuid-Amerika. Ook in Brazilië, Chili, Paraguay en Venezuela gelden er bijzonder strikte abortuswetten: enkel wanneer het leven van de zwangere persoon in gevaar is, is abortus toegestaan. In Bolivia, Brazilië, Ecuador, Colombia en Chili is abortus bovendien toegestaan wanneer het een zwangerschap ten gevolge van verkrachting betreft.
Abortus is in Brazilië een misdrijf met straffen van één tot drie jaar voor de persoon die de abortus ondergaat en één tot vier jaar voor de arts of een andere persoon die de abortus uitvoert. Wanneer de ongewenst zwangere een letsel oploopt door een illegale abortus of sterft, worden de straffen voor de uitvoerder verhoogd. In Brazilië kunnen straffen van vier jaar of minder worden omgezet in straffen zonder feitelijke opsluiting, in een taakstraf of verplichte donatie aan liefdadigheidsinstellingen. Enkel wanneer het leven van de ongewenst zwangere in gevaar is, is abortus toegestaan. In 2012 oordeelt het Hooggerechtshof met acht tegen twee stemmen dat abortus mogelijk moet zijn wanneer een foetus anencefalisch is (een aandoening waarbij een groot deel van de hersenen, schedel en hoofdhuid ontbreekt). Het Hof verantwoordt haar besluit door te benadrukken dat het in dit geval niet gaat om ‘mogelijk leven’ omdat een anencefalische foetus nooit zou overleven. De katholieke kerk, die erg sterk staat in Brazilië, en Braziliaanse anti-choice bewegingen bekritiseren deze beslissing door te stellen dat ook een terminale aandoening geen reden is om (mogelijke) kinderen het recht op leven te ontzeggen. Enkel in deze twee gevallen wordt abortus in Brazilië gedoogd en bovendien gratis aangeboden door het sociale zekerheidssysteem. Abortus is en blijft onder alle omstandigheden formeel een misdrijf. Onder geen enkele beding wordt abortus dus als een recht beschouwd. Het betekent enkel dat de betrokken personen niet vervolgd zullen worden voor het misdrijf.
Brazilië ondertekende het Amerikaanse Mensenrechtenverdrag - ook wel het Pact van San José genoemd - dat embryo’s het rechten op leven toekent vanaf de conceptie.
Omdat Brazilië in 1992 het Amerikaanse Mensenrechtenverdrag ondertekent, heeft deze ‘pro life’ bescherming van het ongeboren leven een juridische status die vergelijkbaar is met de Braziliaanse grondwet. Ook het burgerlijk wetboek van Brazilië waarborgt het recht op leven van een foetus. Deze ‘pro life’ oftewel anti-choice standpunten rond abortus zijn wijdverspreid in Brazilië, waar de katholieke kerk niet alleeneen grote invloed heeft op de cultuur, maar ook de plak zwaait tot in de hoogste politieke echelons. Anti-choice standpunten zijn bon ton in Brazilië, het grootste land ter wereld dat abortus formeel verbiedt in naam van de erkenning van “de rechten van het ongeboren kind”.
Een onderzoek van Ibope, het grootste onderzoeksinstituut in Brazilië, uit 2018 wijst uit dat 80% van de Brazilianen tegen legalisering is. Een onderzoek van het Datafolha Institute uit datzelfde jaar toont aan dat 41% van de bevolking voorstander is van een totaalverbod, 34% achter de huidige (en zeer restrictieve) wetgeving staat, 16% de wetgeving uitgebreid wil zien, maar slechts 6% zich kan vinden in een legalisering van abortus in alle omstandigheden. Uit een onderzoek van PoderData uit 2021 blijkt dat 58% van de bevolking tegen, en 31% voor de legalisering van abortus is. Een ander onderzoek uit 2021, van Paraná Pesquisas, vertoont andere cijfers: 79% van de Brazilianen zou tegen de legalisering gekant zijn terwijl slechts 16,6% voorstander is van legalisering. Deze algemene conservatieve attitudes in de samenleving reflecteren zich ook onder het medisch personeel. Zowel de kennis over de abortuswetgeving als de persoonlijke overtuiging inzake de ethische aspecten van abortus schetsen een somber beeld: uit een enquête van 2004 blijkt dat 70% van de Braziliaanse dokters tegen de legalisering van abortus is in het algemeen, 77% tegen het idee van abortus op aanvraag (met andere woorden als recht) en 82,5% tegen de mogelijkheid van abortus omwille van sociaaleconomische redenen. Opmerkelijk is ook dat slechts 17,5% van de bevraagde artsen zich bereid verklaart abortus uit te voeren in het geval van legalisering. Onderzoek uit 2005 suggereert bovendien dat ongeveer de helft van de artsen (52%) niet weet dat abortus legaal is om het leven van een zwangere te redden.
In 2009 krijgt een abortuszaak uit Brazilië internationale aandacht. Nadat een negenjarig meisje verkracht wordt door haar stiefvader en ongewenst zwanger wordt van een tweeling, helpt haar moeder haar een abortus te bekomen tijdens de vierde maand van de zwangerschap. De aartsbisschop Jose Cardoso Sobrinho van Recife, de stad waar de abortus uiteindelijk wordt uitgevoerd, reageert niet verontwaardigd en veroordelend op de verkrachting of zwangerschap van een negenjarige, maar op de abortus die hij als een ernstige schending van de goddelijke wetten beschouwt. Hoewel abortus op dat moment legaal is wanneer de zwangerschap het gevolg is van verkrachting of een gevaar vormt voor het leven van de zwangere persoon, wat in deze zaak het geval is, oordeelt de katholieke kerk dat het kind de zwangerschap zou moeten voldragen en het leven moet schenken via een keizersnede vermits een natuurlijke bevalling levensbedreigend zou zijn voor het kinderlichaam van het slachtoffer. Wanneer de kerk weet krijgt van de zaak, probeert de aartsbisschop eerst de ouders van het kind te bereiken om hen om te praten. Ook contacteert hij het ziekenhuis waar de moeder het kind eerst aanmeldt voor een abortus en overtuigt hij de ziekenhuisdirectie om de procedure stop te zetten. Wanneer de moeder toevlucht zoekt in een ander ziekenhuis, in Recife, bedreigen de advocaten van Sobrinho het ziekenhuis met juridische vervolgingen, hoewel de abortus wel degelijk legaal is. “Gods wetten staan boven menselijke wetten,” zo verdedigt Sobrinho zijn acties. De aartsbisschop voegt eraan toe dat zowel de moeder als het medisch personeel die de abortus uitvoerde, geëxcommuniceerd worden van de katholieke kerk. De verkrachter, de stiefvader van het meisje, daarentegen wordt ontzien: volgens Sobrinho is abortus vele malen erger dan verkrachting omdat er een onschuldig leven mee ontnomen wordt. Ook het kind krijgt genade van Sobrinho, die abortus ook vergelijkt met de Holocaust: katholieke wetten stellen dat kinderen niet geëxcommuniceerd kunnen worden.
De Braziliaanse samenleving en politiek reageren geschokt, en krijgen wereldwijd bijval. Enkel het Vaticaan steunt de beslissing van de aartsbisschop. Zelfs de uitgesproken katholieke president Luiz Inácio Lula da Silva bekritiseert “de conservatieve attitude” van de aartsbisschop en voegt eraan toe dat in deze kwestie van leven of dood het medische beroep meer autoriteit heeft dan de katholieke kerk. Ook Minister van Gezondheid José Gomes Temporão laat zich opvallend kritisch uit en noemt de positie van de katholieke kerk “extreem, radicaal en ongepast”. Tijdens de openingsceremonie van een nationale conventie over de gezondheid van vrouwen vraagt Temporão voor een applaus voor de geëxcommuniceerde arts, dr. Olímpio Moraes, die “brilliant werk” verrichtte. Er volgt een staande ovatie. Moraes die aanwezig is, reageert door de aartsbisschop te bedanken voor de excommunicatie omdat de zaak internationale aandacht gevestigd heeft op de restrictieve abortuswetten van Brazilië, die een bedreiging vormen voor het leven en de gezondheid van ongewenst zwangere personen. Beatriz Jalli van de IPAS, een Braziliaanse ngo die samenwerkt met het ministerie van gezondheid rond de reproductieve en zelfbeschikkingsrechten van vrouwen, waarschuwt dat de katholieke kerk gelovigen zal afschrikken door dergelijke extreem rigide standpunten in te nemen en hierdoor legitimiteit en gevolg zal verliezen.
Hoewel deze extreem harde anti-abortusvisie van de Braziliaanse katholieke kerk wereldwijd heel wat kritiek krijgt, vloeit ze over in de publieke opinie en in overheidsbeleid.
In 2017 draait een speciale commissie van het Braziliaans congres de klok terug en wordt een nieuw wetsvoorstel goedgekeurd om de restrictieve abortuswetgeving nog te verstrengen: abortus zou voortaan ook illegaal zijn wanneer het gaat om een zwangerschap als gevolg van verkrachting of wanneer de zwangerschap het leven van de persoon bedreigt. De commissie, die op één vrouwelijk parlementslid na volledig bestaat uit conservatieve evangelische mannelijke politici, stemt met achttien tegen één voor een verstrenging van de abortuswet. De enige tegenstem? Van de enige vrouw: Erika Kokay, lid van de Arbeidspartij. Terwijl de achttien mannelijke parlementsleden na de beslissende stemming hun overwinning vieren en “leven ja, abortus nee” scanderen, zwaait één van hen, Pastor Eurico, met een replica van een foetus en verklaart hij abortus “satanistisch, diabolisch en destructief”. Omdat het wetsvoorstel een amendement aan de Braziliaanse grondwet voorziet, moet het na deze eerste stemming nog een tweederde meerderheid behalen in beide kamers van het Congres en ondertekend worden door de president. Het voorstel wordt uiteindelijk niet ingevoerd.
Hoewel abortus in Brazilië officieel legaal is in het geval van verkrachting of om het leven van de zwangere persoon te redden, wordt abortus ook in die uitzonderlijke gevallen vaak geweigerd.
Zo worden slachtoffers en overlevers van verkrachting verplicht formeel aangifte te doen bij de politie als voorwaarde om in aanmerking te komen voor een legale abortus. In een land waar gendergerelateerd geweld en femicide alarmerend prominent zijn, zijn velen echter weigerachtig klacht in te dienen uit vrees voor vergelding. Daarnaast zetten conservatieve anti-choice groeperingen, vaak verbonden aan de katholieke kerk, alles op alles om extra barrières te creëren. Intimidatiecampagnes zijn niet ongewoon. Ook worden geregeld arbitraire bijkomende voorwaarden aangewend voor legale abortus, of deze nu formeel deel uitmaken van de abortuswetgeving of niet. Zo leidt een abortuszaak uit 2020 tot heel wat commotie, en tot een uiteindelijke verstrenging van de abortuswetgeving. Een kleine maand nadat een tienjarig meisje in eerste instantie een legale abortus geweigerd wordt na verkrachting door haar oom en vervolgens naar een andere stad moet reizen om daar een manifestatie van extreemrechts te trotseren vooraleer ze het ziekenhuis kan betreden voor een abortus, worden er bijkomende voorwaarden toegevoegd aan de abortuswetgeving: het medisch personeel is voortaan verplicht om een persoon die een abortus krijgt een echografie van de embryo of foetus te tonen. Zestien Braziliaanse parlementsleden dienen hierna een verzoek in bij Michelle Bachelet, Hoog Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, om de Braziliaanse autoriteiten op de vingers te tikken.
Er heerst veel onduidelijkheid over het wettelijk kader rond abortus, en dat lijkt een bewuste strategie om medisch personeel ervan te weerhouden abortus uit te voeren.
Zo vaardigt de Braziliaanse Minister van Gezondheid in januari 2022 een memo uit in Braziliaanse ziekenhuizen waarin staat dat “abortus een misdrijf is”, maar dat er in “zeer uitzonderlijke gevallen” afgezien kan worden van vervolging. Kennis over wat die “zeer uitzonderlijke gevallen” concreet inhouden, is beperkt. Uit vrees voor vervolging (en ook vanwege morele bezwaren) verkiezen heel wat artsen om voorzichtig te handelen en abortus te weigeren, tenzij een aanvrager een schriftelijk bewijs heeft van een procureur dat het gaat om een zwangerschap als resultaat van verkrachting en de aanvrager recht heeft op legale abortus. Dergelijk bewijs bekomen is echter een uitdaging, met tal van hordes zoals argwanende verhoren bij de politie, verplichte formele klachtneerlegging en culpabiliserende tot ronduit manipulatieve replieken van conservatieve rechters. Zo weigert rechter Joana Ribeiro Zimmer in januari 2022 een tienjarig slachtoffer van verkrachting een abortus. In de rechtszaal wordt het kind gevraagd of ze de zwangerschap niet “nog even kan volhouden”, of ze “het kind geen naam wil geven” en of adoptie geen betere keuze is dan haar kind - want het is al baby, een kind - in plaats van hem in een ondraaglijke pijn te laten sterven”.
Ieder jaar sterven meer dan 200 mensen in Brazilië ten gevolge van een illegale en onveilige abortus.
Hoewel abortus in Brazilië in het algemeen sterk veroordeeld wordt, zijn zowel ongewenste zwangerschappen als abortussen er een dagelijkse realiteit. Er wordt geschat dat jaarlijks ongeveer één miljoen (illegale en dus vaak gevaarlijke) abortussen worden uitgevoerd in Brazilië. Mensenrechtenorganisaties wijzen erop dat de erg strikte abortuswetgeving bovenal voor economisch achtergestelde groepen een gevaar vormt. Kwetsbaar gemaakte groepen zien zichzelf genoodzaakt toevlucht te zoeken in clandestiene milieus, terwijl welgestelde individuen kunnen rekenen op een veilige abortus in een medische verantwoorde omgeving door daartoe opgeleide artsen die bereid zijn de procedure uit te voeren tegen betaling, vaak in klinieken die door medeplichtige overheidheidsinstanties bewust over het hoofd gezien worden.
Argentinië is koploper in Zuid-Amerika, en nog ruimer in Latijns-Amerika, wat betreft progressieve abortuswetgeving. Waar de legalisering van het recht op abortus nog maar in 2018 nipt wordt tegengehouden, is de Argentijnse Senaat er in december 2020 klaar voor: abortus op aanvraag (en dus als recht) wordt na twaalf uren vurig debat met 38 stemmen voor, 29 stemmen tegen en één onthouding gelegaliseerd tot veertien weken zwangerschap, twee weken meer dan in België dus. Artsen en medisch personeel zijn er voortaan ook verplicht om ofwel abortus uit te voeren op aanvraag, ofwel om de aanvrager door te sturen naar een andere arts die geen morele bezwaren heeft. Ook in België geldt, sinds 2018, een dergelijke doorverwijsplicht, maar beschikken dokters wel over het recht om zich moreel te onthouden. De goedkeuring van het controversiële wetsvoorstel betekent een grote overwinning voor de feministische beweging, die bijzonder sterk georganiseerd is in Argentinië en al sinds de jaren 1970 strijd voert rond het thema. Tot december 2020 is abortus in katholiek Argentinië enkel legaal in het geval van verkrachting of wanneer de gezondheid van de zwangere op het spel staat.
De meningen over het wetsvoorstel zijn verdeeld. Een opiniepeiling een maand voor de eigenlijke stemming in de Senaat wijst uit dat 25% van de bevraagde bevolking helemaal akkoord is met de voorgestelde liberalisering tegenover 35% van de bevolking die helemaal niet akkoord is. Een overige 16% is eerder akkoord ten opzichte van 13% eerder niet akkoord. Nog eens 10% geeft aan er niet uit te zijn.
Tijdens zijn verkiezingscampagne in 2019 belooft de centrumlinkse kandidaat Alberto Fernández dat hij het wetsvoorstel, na een eerste gefaalde poging het jaar voordien, opnieuw op tafel zal leggen als hij verkozen wordt. LHBTQIA+- en vrouwenrechten in het algemeen vormen een belangrijk punt in zijn politieke campagne, waardoor hij onder progressieve Argentijnen heel wat gevolg verzamelt. Nadat Fernández in december 2019 effectief verkozen wordt, is het wachten tot de zomer van 2020 voor het thema weer op zijn radar verschijnt: President Fernández laat - tot teleurstelling van de feministische beweging - weten dat hij dringendere zaken op zijn bord heeft. Na kritiek en protest wordt het wetsvoorstel, samen met nog een wetsvoorstel over de bevordering van de gezondheid van vrouwen, voorgelegd in november 2020 in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, waar het vervolgens op 11 december, na een debat van maar liefst twintig uur wordt, goedgekeurd met 131 tegen 117 stemmen, en zes onthoudingen. Terwijl de Rooms-Katholieke kerk afkeurend reageert en Argentijnse politici vraagt om “een seconde reflectie over wat respect voor het leven betekent”, klinkt er bij de Argentijnse Minister voor Vrouwen, Gender en Diversiteit Elizabeth Gómez Alcorta lof. “Vandaag schrijven we een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis,” schrijft deze laatste op Twitter, onder de populaire hashtag #QueSeaLey (laat het een wet worden).
Hoy escribimos un nuevo capítulo en la historia. El proyecto de Ley de IVE que enviamos al Congreso y que reconoce los derechos de las mujeres y otras personas gestantes tiene media sanción. Me emociona este logro colectivo que es de todas, todes y todos 💚.
— Eli Gomez Alcorta (@EliGAlcorta) December 11, 2020
#QueSeaLey pic.twitter.com/Tv8xYdqw15
Op 30 december 2020 bekrachtigt ook de Argentijnse Senaat het fel omstreden wetsvoorstel. Ook in de Senaat woedt een hevige discussie. Een grote mensenmassa van zowel voor- als tegenstanders, gewapend met spandoeken en pancartes met pro-choice of anti-choice slogans, volgt de twaalf uur lange ontwikkelingen in de Senaat op een groot scherm voor het Senaatsgebouw. Groen, de kleur van de pro-choice beweging, kleurt de straten, maar ook tientallen in het lichtblauw geklede anti-choice activisten laten zich opmerken aan de Senaat. De spanning is groot. Tal van priesters trekken op die bewuste avond de straten van Buenos Aires in om er de mis op te dragen en samen met een massa tegenstanders van het wetsvoorstel te bidden dat het afgewezen wordt.
Hun gebeden ten spijt wordt het voorstel deze keer wel goedgekeurd, waarmee Argentinië het eerste grote Latijns-Amerikaanse land wordt dat abortus legaliseert.
Sommige staten bieden abortus gratis aan dankzij het sociale zekerheidssysteem. Abortuspillen van het merk Oxaprost zijn bovendien gemakkelijk te verkrijgen in Argentinië. In Argentinië - net zoals in Chili en Ecuador - zetten feministische organisaties bovendien hotlines op waar ongewenst zwangere vrouwen naartoe kunnen bellen om advies in te winnen over hun mogelijkheden, bijvoorbeeld over het gebruik van Misoprostol, een geneesmiddel tegen maagzweren dat ook een miskraam kan opwekken. De hotline wordt gesteund door de Nederlandse organisatie Women On Waves.