hier komen promoties & acties

Abortus in Sub-Sahara-Afrika

Abortuswetgeving in Sub-Sahara-Afrika verschilt sterk van land tot land. Hoewel abortus in heel wat landen verboden is tenzij medische noodzakelijk, zijn er ook landen met soepelere abortuswetten. Bovendien zijn er de jongste jaren tal van Afrikaanse landen, waaronder Ethiopië, Sierra Leone en Zimbabwe, die progressieve stappen zetten om reproductieve rechten te bevorderen. Omgekeerd kennen andere landen, zoals Zambia, een recente backlash inzake reproductieve rechten. Hoe is het gesteld met abortusrechten in Afrika? In dit subthema lichten we interessante ontwikkelingen uit van een drietal landen om de diversiteit in Sub-Sahara-Afrika te schetsen.

De Republiek Congo-Brazzaville, Madagascar en Mauretanië zijn de enige landen in Sub-Sahara-Afrika waar een totaalverbod op abortus geldt. Wel hebben een tiental landen een zeer restrictieve abortuswetgeving, waarbij abortus enkel wettelijk toegestaan is wanneer het medische noodzaak is om het leven van de zwangere te redden. Dat is het geval in Angola, Centraal Afrikaanse Republiek, Ivoorkust, Malawi, Mali, Nigeria, Soedan, Somalië, Zuid-Soedan en Sierra Leone, hoewel er in dit laatste land recentelijk stappen worden gezet die naar een substantiële versoepeling moeten leiden in het najaar van 2022. In Senegal is de abortuswetgeving dan weer even restrictief als onduidelijk. Hoewel het strafrecht abortus expliciet verbiedt, zou artikel 35 van de Medische Ethische Code van Senegal abortus toestaan als maar liefst drie artsen akkoord zijn dat de ingreep nodig is om het leven van de zwangere persoon te redden. In heel wat landen zijn er clausules die abortus wettelijk toelaten in het geval van verkrachting of incest[1], of wanneer de foetus ernstige beperkingen vertoont[2]

[1] Botswana, Mali, Burkina Faso, Centraal Afrikaanse RepubliekEthiopië, Ghana, Guinee, Kameroen, Lesotho, Liberia, Mauritius, Namibië, Seychelles, Soedan, Swaziland, Togo en Zimbabwe.
[2] Burkina Faso, Botswana, Centraal Afrikaanse Republiek, Chad, Ethiopië, Ghana, Guinée, Lesotho, Liberia, Mauritius, Namibië, Seychellen, Swaziland, Togo, Zambia en Zimbabwe.

In Burkina FasoChadDemocratisch Republiek KongoDjiboutiEthiopiëEritreaEquatoriaal GuineaGuinéeKameroenKeniaNigerTogo en Zimbabwe is er een juridische opening om een legale abortus te bekomen: abortus is er bij wet toegestaan (hoewel tot verschillende termijnen van de zwangerschap) om de gezondheid van zwangere personen te beschermen. Deze clausule kan dus aangegrepen worden om de noodzaak van een abortus te verdedigen, maar kan door een rechtbank verworpen worden. Enkel in Zimbabwe staat expliciet in de wet dat het gaat om de fysieke gezondheid van de zwangere persoon. De abortuswetgeving in BotswanaLiberiaGhanaMauritiusNamibiëSeychellenSwaziland en Zambia geeft dan weer expliciet de mogelijkheid om aan abortus aan te vragen om de fysieke of psychologische gezondheid van de zwangere persoon te beschermen. 

Koplopers in Sub-Sahara-Afrika met de meest progressieve abortuswetgeving zijn BéninKaap-VerdiëMozambiqueSao Tomé et Principe en Zuid-Afrika, waar abortus op aanvraag is toegestaan tot twaalf weken zwangerschap. In Kaapverdië is een abortus in een later termijn mogelijk als de zwangerschap een gevaar vormt voor de fysieke of mentale gezondheid van de zwangere, of wanneer de foetus beperkingen vertoont. Ook in Mozambique is abortus tot zestien weken zwangerschap toegestaan in het geval van verkrachting of incest, en tot 24 weken als de zwangerschap een gevaar vormt voor de fysieke of mentale gezondheid van de zwangere, of wanneer de foetus beperkingen vertoont. Wel geldt er in Mozambique, net zoals in Mauritius, een bijkomende voorwaarde voor minderjarigen die een abortus wensen; zij hebben ouderlijke toestemming nodig. In Equatoriaal Guinea is er zelfs echtelijke instemming nodig.

Zambia heeft een relatief soepele abortuswetgeving: abortus kan aangevraagd worden ter bescherming van de fysieke of psychologische gezondheid van de zwangere of een van diens eventuele kinderen, of op basis van (breed te interpreteren) economische of sociale redenen. Ethiopië heeft een soortgelijke wetgeving, waarbij de leeftijd van de zwangere persoon of de (economische) mogelijkheid om al dan niet te kunnen zorgen voor een kind kunnen worden aangegrepen als gegronde motivatie voor een legale abortus. Ook de Seychellen hebben dergelijke juridische openingen om een legale abortus te bekomen. 

De abortuswetgeving van Gabon, Gambia, Guinee Bissau, Rwanda, Tanzania en Uganda is eerder onduidelijk. Zo is het niet expliciet duidelijk of een abortus als medische noodzaak toegestaan is in Gabon en Guinee Bissau. De abortuswetgeving in AngolaGambiaTanzania en Uganda staat dan wel abortus als medische noodzaak toe, maar het is onduidelijk of zwangerschap na verkrachting ook een aanvaarde reden is om een legale abortus aan te vragen in Angola, en of de bescherming van de gezondheid van de zwangere persoon ook een reden kan zijn voor een legale abortus in GambiaTanzania en Uganda. De voorwaarden in Rwanda zijn dan weer opvallend vaag. De wetgeving inzake abortus is er dus arbitrair en biedt geen rechtszekerheid. Ongewenst zwangere personen alsook medisch personeel zijn  afhankelijk van het oordeel van derden om een abortus te bekomen.

Sierra Leone

Op een conferentie over seksuele gezondheid in de Sierra Leoonse hoofdstad Freetown in juli 2022 kondigt president Julius Maada Bio aan dat zijn regering een wetsvoorstel steunt dat abortus wil decriminaliseren. Dat blijkt een directe reactie te zijn op de beslissing van het Amerikaanse Hooggerechtshof dat in juni 2022 het grondwettelijk recht op abortus vernietigt. “In een tijd waarin seksuele en reproductieve gezondheidsrechten voor vrouwen worden vernietigd of bedreigd, zijn we er trots op dat Sierra Leone opnieuw het voortouw kan nemen met progressieve hervormingen,” zo verkondigt Maada Bio. Vooralsnog is abortus in Sierra Leone enkel wettelijk toegestaan wanneer het leven van de zwangere persoon in gevaar is. Deze restrictieve abortuswetgeving, die dateert uit 1861 en een hardnekkige restant is van Britse koloniale wetten, maakt dan ook dat tal van ongewenst zwangere personen toevlucht zoeken in clandestiene milieus om hun zwangerschap op amateuristische en vaak onveilige manier af te breken. Dit speelt een rol in de hoge moedersterfte cijfers van Sierra Leone, die volgens een studie van IPAS bij de hoogste ter wereld zijn. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zijn er 1360 moedersterften voor iedere 100,000 geboortes. Voor Maada Bio gaat de beslissing om abortus te decriminaliseren dan ook om het “garanderen van de gezondheid en waardigheid van alle meisjes en vrouwen in het land”.

Eerder werden al pogingen ondernomen om abortus te decriminaliseren. Zo keurt het Sierra Leoons parlement in december 2015 een wetsvoorstel goed dat abortus legaliseert tot 24 weken in het geval van verkrachting, incest of ernstige beperkingen van de foetus. Ondanks internationale druk van onder meer de UN en tal van Afrikaanse mensenrechtenorganisaties slaagt president Ernest Bai Koroma erin het wetsvoorstel alsnog tegen te houden door te weigeren het te ondertekenen. Na beraad met religieuze leiders stuurt hij het wetsvoorstel terug naar het parlement. Vrouwenrechtenorganisaties zoals de African Women’s Development and Communication Netwerk (Femnet) wijzen erop dat de weigering van Bai Koroma om de bijzonder restrictieve abortuswetgeving van Sierra Leone te versoepelen ingaat tegen zijn belofte om reproductieve en vrouwenrechten te bevorderen: nog maar de voorgaande zomer bekrachtigde Sierra Leone het Matupo protocol dat beoogt de rechten van vrouwen op leven, waardigheid, integriteit en veiligheid, evenals hun reproductieve rechten te verdedigen. Dr. Aisha Ibrahim, voorzitter van de apolitieke organisatie 50/50 die gendergelijkheid wenst te bevorderen op vlak van politieke representatie, merkt cynisch op dat religieuze leiders die de heilige onaantastbaarheid van het leven prediken zich niet uitspreken tegen verkrachting, seksueel misbruik en incest die schering en inslag zijn in Sierra Leone.

Huidig president Maada Bio is een uitgesproken criticus van zijn voorganger, die hij beschuldigt van corruptie en wanbeheer. Onder het presidentschap van Maada Bio worden tal van Bai Koroma’s beleidsmaatregelen ongedaan gemaakt en worden verschillende stappen gezet om seksuele, reproductieve en vrouwenrechten te verbeteren. Dat gebeurt onder meer in de vorm van campagnes rond seksuele opvoeding en hygiëne tijdens de menstruatie. 

Chernor Bah, hoofd van de Afrikaanse vrouwenrechtenorganisatie Purposeful, is lovend over de presidentiële aankondiging, maar blijft op haar hoede. Eerst moet het parlement debatteren en stemmen over het desbetreffende wetsvoorstel. Nu de steun van de regering een feit is, wordt het wetsvoorstel op punt gezet. Vrouwenrechtenorganisaties hopen dat het wetsvoorstel in september klaar zal zijn om voorgelegd te worden in het parlement. De wet zou dus in het najaar bekrachtigd kunnen worden, als het een parlementaire meerderheid haalt. Tot slot wijst Bah erop dat decriminalisering niet meteen voor iedereen de toegang op abortus garandeert. Sociaal stigma en logistieke tekortkomingen kunnen een obstakel blijven.

Ethiopië

In 2005 versoepelt Ethiopië haar restrictieve abortuswetgeving die tot dan abortus enkel toelaat in een medische noodgeval. Het toenemende sterftecijfer ten gevolge van onveilige abortus dwingt het Ethiopische parlement om een nieuw wetsvoorstel goed te keuren dat abortus voortaan toelaat wanneer de zwangerschap het gevolg is van verkrachting of incest, een gevaar vormt voor het leven of de gezondheid van de zwangere persoon en/of de foetus, of indien de foetus ernstige beperkingen vertoont. Belangrijk om op te merken bij die eerste clausule is dat de hervorming expliciet stelt dat er geen bewijs of verklaring van een procureur nodig is dat de zwangerschap het gevolg is van verkrachting. Een verklaring van de zwangere persoon zelf volstaat als grond om een legale abortus aan te vragen. Dat is in tal van andere landen - zowel in Sub-Sahara-Afrika als elders - niet het geval, waardoor een dergelijke clausule in de praktijk vaak dode letter blijft en slachtoffers alsnog in clandestiene milieus een illegale en vaak gevaarlijke abortus proberen te bekomen. Bewijs vergaren van seksueel geweld is moeilijk en ook verklaringen van een procureur zijn niet evident om (tijdig!) verkrijgen. Bovendien vrezen veel slachtoffers wraak van hun verkrachters en weerhoudt de nood aan formele klachtneerlegging hen er vaak van een legale abortus te bekomen. Het feit dat een slachtoffer of overlever van seksueel geweld op diens woord gelooft wordt, en dit expliciet zo vermeld wordt in de wet, is dus een zeer belangrijke en progressieve toevoeging aan de Ethiopische abortuswetgeving. 

De hervorming van de abortuswetgeving stipuleert ook dat een legale abortus toegekend kan worden aan ongewenst zwangere personen met mentale of fysieke beperkingen, of met onvoldoende middelen om een kind op te voeden. Minderjarigen kunnen ook fysiek of psychologisch “onvoorbereid” verklaard worden om een kind op te voeden. Dat is een relevante toevoeging want adolescenten maken maar liefst 45% uit van de aanvragers van abortus in Ethiopië.

Onveilige abortus leidt jaarlijks tot meer dan tienduizend sterftes in Ethiopië.

Let wel, abortus is nog steeds een misdrijf in Ethiopië. De nieuwe wetgeving voorziet slechts in uitzonderingen op de vervolging en bestraffing van abortus. Ook stelt de nieuwe wet dat sociale of economische redenen in rekening worden gebracht en aanleiding kunnen zijn om straffen voor een illegaal bekomen abortus te verlagen.

Hoewel het abortuscijfer in Ethiopië tussen 2008 en 2014 gestegen is van 22 naar 28 abortussen per 1000 vrouwen van 15 tot 49 jaar, is de abortusratio in Ethiopië nog steeds lager dan in tal van andere landen in West-Afrika, waar er veel restrictievere abortuswetten gelden. Sinds de versoepeling van 2005 neemt het aantal legale abortussen in openbare gezondheidsinstellingen toe met 27%. In 2014 biedt drie vierde van de faciliteiten die wettelijk gerechtigd zijn om abortus uit te voeren abortuszorg en nazorg in het kader van abortus aan. De meeste legale abortussen (66%) worden uitgevoerd door private of non-gouvernementele instellingen, terwijl nazorg vooral (72%) in openbare ziekenhuizen en gezondheidscentra wordt aangeboden. Zowel in 2014 als in 2008 (het einde en het begin van deze longitudinale studie) zijn de meeste personen die een abortus of nazorg aanvragen in het kader van abortus of een miskraam getrouwde vrouwen, jonger dan 25, die al eerder zwanger waren. Anticonceptie wordt in Ethiopië dan wel steeds meer gebruikt, het is nog steeds niet de norm. Hoewel het gebruik van anticonceptie onder getrouwde vrouwen tussen 2005 en 2014 toeneemt van 14% naar 40%, blijft het ontbreken van moderne anticonceptiemethoden de voornaamste oorzaak van ongewenste zwangerschappen. Tegelijkertijd geeft 30% van de personen die abortus aanvragen in 2014 aan dat ze wel degelijk anticonceptiva gebruikten ter bescherming van een ongewenste zwangerschap.

Zambia

Zambia legaliseert abortus onder bepaalde voorwaarden al in 1972, en behoort daarmee tot de pioniers in Sub-Sahara-Afrika. In tegenstelling tot buurlanden als Zimbabwe en Angola kent Zambia een relatief progressieve abortuswetgeving. Zo is abortus ter bescherming van de fysieke en mentale bescherming van de zwangere persoon of een van diens eventuele kinderen, of op basis van sociaaleconomische redenen wettelijk toegestaan tot twaalf weken zwangerschap. 

Zoals het geval is in wel meer landen met een goede bescherming van reproductieve rechten garandeert het wettelijk kader echter niet per definitie de eigenlijke toegang tot abortus. Ten eerste is de toestemming van maar liefst drie gezondheidswerkers vereist. Enkel in noodsituaties kan deze voorwaarde gerelativeerd worden en volstaat de toestemming van één gezondheidswerker. Met minder dan twee gezondheidswerkers per tienduizend burgers vormt ook het chronisch gebrek aan gezondheidscentra een obstakel. Het wijdverspreid sociaal stigma ten aanzien van abortus maakt bovendien dat het aantal gezondheidswerkers die bereid zijn abortus uit te voeren nog aanzienlijk lager ligt. Onderzoek wijst uit dat gezondheidswerkers die negatief staan ten opzichte van aanvragers van abortus hen ook minder kwalitatieve zorgen bieden. Dat gebeurt disproportioneel wanneer het gaat om adolescenten: uit een studie van 2001 blijkt dat maar liefst 94% van de vroedkundigen in zowel publieke als private gezondheidsinstellingen van mening is dat abortus geen optie mag zijn voor ongewenst zwangere adolescenten. Tot slot is ook de kost van de procedure een obstakel in de toegang tot legale abortusdiensten. Ongewenst zwangere personen zoeken dan ook vaak toevlucht in clandestiene milieus voor een illegale abortus. Daarmee riskeren ze niet alleen hun gezondheid en zelfs hun leven, maar ook zeven jaar gevangenisstraf. Abortussen die niet in gezondheidsinstellingen worden uitgevoerd zijn namelijk altijd illegaal, ook als deze binnen de legaal toegestane termijn vallen.

Volgens het Guttmacher Institute zijn er geen nationale data beschikbaar over abortus in Zambia, maar ziekenhuisgegevens doen uitschijnen dat abortuscijfers in Zambia hoog liggen in vergelijking met andere Sub-Sahara-Afrikaanse landen. De NGO Safe2Choose schat dat 38 op 100 vrouwen in Zambia al een abortus onderging. Data van de vijf grootste ziekenhuizen in Zambia geven alvast een idee: tussen 2003 en 2008 worden er 616 veilige abortussen uitgevoerd. Het aantal personen die zich aanmelden omwille van complicaties ten gevolge van illegale abortus of miskramen stijgt van 5600 in 2003 naar meer dan tienduizend in 2008, met een totaal van 52.791 aanmeldingen gedurende deze periode van zes jaar. 

Er worden met andere woorden 85 keer zoveel mensen behandeld voor complicaties van onveilige abortus of miskramen dan dat er veilige, legale abortussen worden uitgevoerd in deze ziekenhuizen. 

Meer dan de helft van de gemelde complicaties worden toegeschreven aan onveilige abortus. Vanwege het stigma rond en de illegaliteit van abortus zal het in werkelijkheid om veel meer gevallen gaan dan gerapporteerd. Experts opperen dat de toegang tot veilige abortus verbreden het aantal complicaties en sterften ten gevolge van abortus aanzienlijk zou doen afnemen, zoals ook wordt aangetoond door Zuid-Afrika.

De Zambia Association of Gynecologists and Obstetricians (ZAGO) wijt de hoge cijfers illegale abortussen grotendeels aan een gebrek aan kennis over de abortuswetgeving, angst voor sociaal stigma en gebrek aan financiële middelen om degelijke abortuszorg te bekomen. Uit een rapport van het Guttmacher Institute uit 2009 blijkt dat ook gezondheidswerkers niet altijd en niet voldoende geïnformeerd zijn over het wettelijk kader en de voorwaarden voor legale abortus. Velen signaleren dat de vereiste dat minstens drie artsen hun goedkeuring moeten geven onaanvaardbaar is omwille van het chronisch gebrek aan (degelijk opgeleid) medisch personeel in de meeste delen van het land. Dat laatste leidt er mee toe dat tal van ongewenst zwangere personen in Zambia hun toevlucht moeten zoeken in clandestiene milieus waar voornamelijk gevaarlijke methodes zoals kruidenmengsels, stokken en andere scherpe objecten worden gebruikt om een zwangerschap af te breken.

Experts raden aan om de bureaucratie in het kader van legale abortus in Zambia aan te pakken, bijvoorbeeld door minder (of geen) handtekening van artsen te vereisen, om zo veilige abortus toegankelijker te maken en sterften ten gevolge van onveilige abortus tegen te gaan.

Hoewel de het recht op abortus in Zambia relatief breed verankerd is in de wet en dit al in 1972, wat relatief vroeg is in vergelijking met andere landen zoals België waar abortus pas in 1990 wordt gedoogd, toont ook Zambia dat reproductieve rechten nooit duurzaam verworven zijn. Mensen in Zambia blijven opvallend conservatief op vlak van abortus.  Een referendum in 2016 over voorgestelde wijzigingen aan de abortuswetgeving betekent dan ook een legitieme bedreiging voor reproductieve rechten in Zambia. Een van de voorgestelde wijzigingen wilde in de wet verankeren dat leven “begint bij conceptie”. Het referendum haalde het echter niet, maar anti-abortus en anti-choice sentimenten blijven een gevaar voor de toekomst van reproductieve rechten in Zambia.

Zuid-Afrika

Dankzij de Choice on Termination of Pregnancy Act (COTPA) van 1996, die na de afschaffing van Apartheid van kracht gaat, is abortus op aanvraag een recht in Zuid-Afrika, en dit tot twaalf weken zwangerschap. In specifieke omstandigheden is abortus toegestaan tot wel twintig weken. Iedereen mag ongeacht leeftijd of burgerlijke status een abortus laten uitvoeren zonder toestemming van een eventuele echtgenoot of ouders. Daarmee ligt de Zuid-Afrikaanse abortuswetgeving in lijn met de Belgische en is deze relatief progressief in vergelijking met andere landen in Sub-Sahara-Afrika. Het feit dat abortus na twaalf weken zwangerschap is toegestaan in het geval van verkrachting of incest, wanneer de foetus niet levensvatbaar wordt geacht, maar ook wanneer de zwangerschap een gevaar vormt voor de fysieke of mentale gezondheid van de zwangere persoon of de geboorte de sociaaleconomische status van de zwangere persoon zou aantasten, is aanzienlijk permissiever dan onze Belgische wetgeving. Na twintig weken zwangerschap is abortus wettelijk toegestaan als een arts van mening is dat de zwangerschap het leven van de foetus of de zwangere persoon bedreigt.

De wet van 1996, ingevoerd door Zuid-Afrika’s eerste democratisch verkozen parlement, vervangt een restrictieve wet van 1975 die abortus enkel toegankelijk maakt met toestemming van een arts en, in sommige gevallen, van een magistraat. De hervorming wordt alom geprezen als een voorbeeld van vooruitgang voor seksuele en reproductieve rechten, en voor de rechten van meisjes en vrouwen. De impact van deze legalisering laat zich voelen: het sterftecijfers ten gevolge van abortus daalt met maar liefst 94% in de periode van 1994 tot 2000.

Ondanks de relatief progressieve abortuswetgeving in Zuid-Afrika wordt toegang tot abortus er verhinderd door een tekort aan abortusdiensten, concurrerende gezondheidsprioriteiten, zoals HIV/aids, een hoog cijfer gewetensbezwaarde gezondheidswerkers, discriminatie en wijdverspreid sociaal stigma rond abortus.

Toch blijkt uit een rapport van Amnesty International dat toegang tot veilige abortusdiensten niet evident is in Zuid-Afrika, althans niet voor iedereen. Onderzoek toont bovendien aan dat personen die zwart zijn, economisch achtergesteld zijn of met HIV leven meer risico lopen op complicaties of sterfte door onveilige abortus. Ook de woonplaats blijkt een factor: inwoners van de provincies Gauteng, KwaZulu-Natal en Limpopo zijn disproportioneel kwetsbaar. Ondanks de relatief soepele abortuswetgeving in Zuid-Afrika blijft meer dan de helft van abortussen er illegaal en onveilig. Het wijst op een hiaat tussen wetgeving en praktijk, en een gebrek aan (middelen voor) gezondheidsinstellingen in alle regio’s van Zuid-Afrika. Hierdoor nemen heel wat ongewenst zwangere personen hun toevlucht tot onveilige abortus, met ernstige gezondheidsrisico’s en soms zelfs overlijden als gevolg. Volgens onderzoeksresultaten zijn de voornaamste obstakels in verband met de toegang tot veilige en legale abortus: angst voor discriminatie of schending van confidentialiteit, misbruik en verwaarlozing door medisch personeel, het tekort aan faciliteiten die abortus voorzien, wachtlijsten, legaal toegestane termijnen, lange afstanden, onvoldoende kennis van de abortuswetgeving en gebrek aan financiële middelen. Amnesty International merkt op dat slechts 264 van de 505 gezondheidscentra die gerechtigd zijn abortusdiensten aan te bieden dit ook effectief doen. Hierdoor is toegang tot abortus niet gelijk verdeeld in Zuid-Afrika en moeten ongewenst zwangere personen soms lange afstanden afleggen, wat bovendien gepaard kan gaan met hoge transportkosten.

Onderzoekers wijzen erop dat deze obstakels samenhangen met gebreken in het Zuid-Afrikaanse gezondheidszorgsysteem in het algemeen, en met het sociaal stigma rond abortus specifiek.

Ondanks de relatief progressieve abortuswetgeving tonen representatieve cijfers uit 2013 aan dat Zuid-Afrikanen over het algemeen negatief staan ten opzichte van abortus. Zo is 75% van mening dat abortus altijd moreel verkeerd is wanneer de motivatie sociaaleconomisch is en 55% wanneer de foetus ernstige beperkingen vertoont.

Een ander obstakel is volgens Amnesty International het falen van de overheid om de praktijk van moreel bezwaar en onthouding te reguleren. Deze praktijk laat toe dat medisch personeel - afgezien van noodsituaties - zich kan beroepen op gewetensbezwaren en dus kan weigeren om een abortus uit te voeren wanneer het leven van de zwangere persoon niet in gevaar is. Ook in België beschikt medisch personeel over dit recht. Wel geldt hier, sinds 2018, een doorverwijsplicht: een arts mag weigeren abortus uit te voeren, maar is wel verplicht een aanvrager door te verwijzen naar een collega die wel bereid is om abortus uit te voeren. Een dergelijke maatregel bestaat in Zuid-Afrika (nog) niet, waardoor aanvragers van abortus extra drempels kunnen ervaren om (tijdig) een abortus te bekomen.

Volgens regionale en internationale mensenrechtenstandaarden heeft Zuid-Afrika de verplichting om ervoor te zorgen dat gewetensbezwaren van gezondheidswerkers geen hindernis vormen in de toegang tot abortusdiensten. Bovendien is er nood aan een goed functionerend doorverwijzingsproces dat tijdige en gepaste zorg garandeert aan iedereen die een abortus wil laten uitvoeren. Hier is met andere woorden nog ruimte voor verbetering. Tot slot is er ook nood aan meer transparantie en toegankelijke informatie. In hun onderzoek merkt Amnesty International ook op dat er geen lijst beschikbaar is van gezondheidscentra die veilige en legale abortusdiensten aanbieden, terwijl er een overvloed bestaat aan illegale abortusdiensten die in het openbaar en online reclame maken. De NGO roept de Zuid-Afrikaanse autoriteiten dan ook op om duidelijke richtlijnen en protocollen uit te vaardigen voor gezondheidswerkers en het management van de gezondheidscentra. 


In de pers:

Meer weten?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: