Vandaag, 21 maart, is de Internationale Dag Tegen Racisme en Discriminatie. Een dag dat deze thema’s aankaart, blijkt anno 2022 nog steeds nodig want racisme is nog lang geen spook uit een ver verleden. Ook binnen de feministische beweging is er sprake van discriminatie op basis van ras/etniciteit of religie. Reden genoeg voor RoSa om in te zoomen op wat een antiracistisch feminisme inhoudt.
Feminisme is een rijke, pluralistische beweging waarin mensen van alle slag samenkomen. Het is een verzameling van verschillende maatschappelijke en politieke stromingen die ongelijke genderverhoudingen kritisch analyseren en gendergelijkheid nastreven. Er bestaat dus een veelheid aan feminismen, ook wel feministische stromingen genoemd. Hoewel gendergelijkheid het gemeenschappelijke streefdoel vormt van alle deze stromingen, zijn er grote verschillen in de manier waarop zij gendergelijkheid conceptualiseren of beogen te bereiken. Ook de centrale strijdpunten en strategieën variëren van stroming tot stroming. Onder andere politieke overtuiging speelt daarbij een rol. Net zoals socialisten en neoliberalen er een heel ander wereldbeeld op na houden, zijn ook socialistische feministen het vaak oneens met neoliberale feministen over economische thema’s zoals pakweg de loonkloof en segregatie op de arbeidsmarkt.
Niet alleen verschillende politieke overtuigingen, maar ook identitaire diversiteit draagt bij aan de ideologische verschillen tussen feministen.
Feministische theorie analyseert hoe gender werkt als een structurerend principe in de samenleving, waardoor individuen in een bepaald genderhokje worden geduwd en op basis daarvan meer kans op discriminatie of juist meer kans op privilege hebben. Iemands sociale positie wordt echter niet alleen door gender en biologisch geslacht bepaald. Ook huidskleur, religie, seksuele voorkeur, nationaliteit, klasse, opleiding, … spelen een rol. De kansen die iemand door diens meerlagige identiteit wel of niet krijgt, beïnvloedt ook diens wereldbeeld. Een witte vrouw kan doorheen haar leven dan wel met seksisme te maken krijgen, de kans dat zij ook met racisme geconfronteerd wordt is eerder klein. Die geleefde ervaringen kan ervoor zorgen dat antiracisme niet een prioriteit vormt in haar feminisme.
Wanneer je niet zelf aan de levende lijve discriminatie ondervindt, is het makkelijker om die ongelijkheid niet te zien of zelfs te negeren. Het vergt dan ook actieve bewustwording om andere perspectieven en geleefde ervaringen te herkennen en erkennen.
De identitaire diversiteit onder feministen maakt dat feminisme niet alleen kan gaan over het aanvechten van discriminatie op basis van gender en biologisch geslacht, maar ook met andere vormen van discriminatie rekening moet houden. Een feminisme dat meervoudige ongelijkheid belicht en bestrijdt om collectieve emancipatie te bevorderen noemt men intersectioneel.
Een antiracistisch feminisme is een vorm van intersectioneel feminisme, waarbij de nadruk ligt op ras/etniciteit enerzijds, en gender en biologisch geslacht anderzijds. Omdat bepaalde religies geracialiseerd worden, kan ook religie een rol spelen.
Antiracistisch feminisme analyseert vanuit een intersectioneel perspectief structurele mechanismen die de ongelijke machtsverhoudingen in de samenleving op basis van ras/etniciteit, religie, gender of biologisch geslacht in stand houden of zelfs versterken. Een belangrijk strijdpunt voor antiracistische feministen is het racisme binnen de feministische beweging en het seksisme binnen antiracistische bewegingen aan de kaak stellen. Zo zijn er feministen die het idee van emancipatie op een zeer westerse, seculiere manier invullen waardoor het feminisme van religieuze vrouwen in vraag wordt gesteld of hun keuze om een hoofddoek te dragen wordt voorgesteld als onderdrukking. Omgekeerd zijn antiracistische organisaties en collectieven niet per definitie vrij van seksistische vooroordelen of patriarchale structuren, waardoor vrouwen niet op gelijke voet staan met mannen.
In Feminist Theory: From Margin To Center (1984) stelt antiracistisch en feminist denker bell hooks dat zwarte vrouwen en vrouwen van kleur omwille van hun interne kritiek in beide bewegingen soms worden uitgemaakt voor ‘verraders’ en zelfs uitgesloten. Hun specifieke noden of geleefde ervaringen worden ook niet altijd aangekaart of als prioriteit behandelt. De titel van haar boek verwijst dan ook naar haar overtuiging dat ervaringen in de marge, ervaringen van personen die meervoudige discriminatie ervaren, meer centraal zouden moeten komen te staan in emancipatiebewegingen. Eenzijdige perspectieven dreigen immers de ongelijkheden binnen een bepaalde groep te negeren en zodoende dus te vergroten. Daarmee valt ze Audre Lorde, een ander feministisch icoon, bij die in 1982 zei:
Ondanks het aanhoudende racisme binnen de feministische beweging, stelt hooks dat dialectische kritiek en uitwisseling van ervaringen fundamenteel is geweest in de ontwikkeling van het feminisme. Ze benadrukt dat “feminist willingness to change direction when needed has been a major source of strength and vitality in feminist struggle”. Ze pleit dus voor een intersectioneel feminisme dat haar eigen tekortkomingen en gebreken in vraag wil blijven stellen om zichzelf voortdurend heruit te vinden en te verdiepen, een antiracistisch feminisme dat rekening houdt met verschillende aspecten van identiteit en zich solidair verzet tegen iedere vorm van discriminatie, ongelijkheid en geweld.
Lees meer over het antiracistisch feminisme van bell hooks in haar portret of in de RoSa leest over haar klassieker Ain't I a Woman? Black Women and Feminism (1981). Wil je meer weten over racisme in de feministische beweging? Schrijf je dan nu in voor onze Uitgelezen nieuwsbrief. De volgende editie komt uit in mei en zal gaan over wit feminisme.
Bron foto: Simone Fischer via Unsplash