hier komen promoties & acties

Anticonceptie voor de vrouwelijke anatomie

Anticonceptie betekent voor vrouwen vaak: de pil slikken, een spiraaltje of hormoonstaafje laten plaatsen, een Nuvaring laten inbrengen - en vervolgens last hebben van bijwerkingen. Doorgaans zijn vrouwen meer in de weer met anticonceptie dan mannen. Dit gaat echter gepaard met zowel fysieke als mentale en financiële gevolgen. In dit subthema belichten we het generieke aanbod anticonceptiemiddelen ontwikkeld voor vrouwen - zowel hormonaal als niet-hormonaal - en zoomen we in op de ongelijkheid in contrast met het beperkte aanbod voor mannen.

Condooms

Naast het condoom dat over de penis gaat, bestaan er ook vrouwencondooms. Dit zijn, net zoals de generieke (mannen)condooms, anticonceptieve barrièremiddelen: ze vormen letterlijk een barrière tussen de sekspartners. In tegenstelling tot alle andere anticonceptiemiddelen beschermen ze daarmee niet alleen tegen een ongewenste zwangerschap, maar ook tegen de meeste soa’s. Een belangrijk bijkomend voordeel dus. Toch vindt niet iedereen condooms even aangenaam. Zowel mannen als vrouwen signaleren dat condooms het seksuele plezier kunnen verstoren. De redenen die ze daarbij aanhalen zijn echter divers. Enerzijds geven zowel mannen als vrouwen aan dat condooms kunnen resulteren in het verlies van stimulerende frictie en seksuele opwinding. Ook het feit dat er een onderbreking is tijdens seks om het condoom aan te doen, ervaren zowel mannen als vrouwen als een domper. Anderzijds wijzen de verschillende bezwaren van mannen en vrouwen tegen condoomgebruik ook op genderverschillen in seksualiteitsbeleving: waar mannen vaker wijzen op een vermindering van hun erectievermogen en moeilijkheden om klaar te komen, geven vrouwen eerder aan het condoom als een barrière op vlak van intimiteit en vertrouwen te ervaren.

Condooms zijn de enige anticonceptiemiddelen in België waarvoor je geen doktersvoorschrift nodig hebt. Daarnaast zijn ze relatief goedkoop en beschermen ze niet alleen tegen ongewenste zwangerschap, maar ook tegen de meeste soa’s en hiv. 

Vrouwencondoom

Dit condoom wordt in de vagina ingebracht. Het ziet eruit als een langwerpige zakje met aan beide uiteinden een rubberen ring. Net zoals een Nuvaring en menstruatiecupje, knijp je de kleine ring samen en breng je deze zo diep mogelijk naar binnen in je vagina. Het zit goed als de binnenring net voorbij het schaambeen ligt. Dat kan je controleren door met een vinger in het vrouwencondoom te voelen of je schaambeen kan voelen. De buitenring leg je vervolgens over je schaamlippen heen. Bij penetratie letten jij en je sekspartner erop dat de penis in het condoom bij je naar binnen gaat. In tegenstelling tot het mannencondoom dat de penis strak omsluit, kan het vrouwencondoom wat verschuiven maar zolang de buitenring je schaamstreek bedekt, is er geen probleem. Belangrijk is om na een eventuele zaadlozing de buitenring een kwartslag rond de penis te draaien vooraleer deze uit de vagina te trekken. Zo voorkom je dat er sperma lekt. 

Mannen- als vrouwencondooms zijn er in verschillende maten en materialen.

De meeste mannencondooms worden gemaakt van latex, terwijl vrouwencondooms meestal gemaakt worden van hypoallergene en latexvrije materialen zoals het relatief zachte en dunne materiaal synthetische nitril, of polyurethaan of polymeer, sterkere materialen. Uiteraard zijn er ook latexvrije mannencondooms en latex vrouwencondooms. Het aanbod voor vrouwencondooms is ook beperkter. Ze zijn over het algemeen duurder en minder gemakkelijk beschikbaar dan mannencondooms. Terwijl je mannencondooms in zowat elke supermarkt verkrijgen of zelfs in condoommachines op straat, dicht bij de apotheek of in uitgaansbuurten, vind je vrouwencondooms vaak enkel bij de apotheek, in sekswinkels of online. 

Waar mannencondooms kunnen dienen voor vaginale, anale en orale seks, zijn vrouwencondooms officieel enkel geschikt verklaard voor vaginale seks, hoewel het in de praktijk wel degelijk gebruikt wordt voor anale seks. Dat het materiaal sterker is dan latex, is hierbij een voordeel op vlak van veiligheid. Voor orale bevrediging van vagina’s kan dan weer een beflapje gebruikt worden om te beschermen tegen soa’s.

Qua betrouwbaarheid scoort het vrouwencondoom iets lager dan het mannencondoom.

De Pearl index geeft het aantal zwangerschappen weer per honderd personen. De betrouwbaarheid van voorbehoedsmiddelen hangt echter niet enkel af van de methode zelf, maar ook van het gebruik ervan in de praktijk. Zo zullen intra-uteriene anticonceptiemiddelen betrouwbaarder zijn omdat die eenmalig geplaatst worden door een medische deskundige, terwijl middelen zoals het condoom of een pessarium door mensen zelf wordt gebruikt en dit mogelijk niet correct kan gebeuren. De Pearl index is dan ook een optelling van de theoretische betrouwbaarheidsindex als de betrouwbaarheid die contraceptiva in de praktijk blijken te hebben (door het aantal ongeplande zwangerschappen te meten). Omdat de Pearl Index van vrouwencondooms met 5-15% iets hoger ligt dan die van mannencondooms (2-15%), worden ze als iets minder betrouwbaar geëvalueerd.

Een voordeel van het vrouwencondoom ten opzichte van het mannencondoom is dat het 24 tot 8 uur voor het seksuele contact kan worden ingebracht.

Voor zij die mannencondooms maar niks vinden vanwege de onderbreking tijdens seks, kan het vrouwencondoom dus een uitweg bieden. Hetzelfde geldt voor wie graag nog wat knuffelt na het vrijen: wanneer de man is klaargekomen en zijn erectie wegtrekt, moet een mannencondoom verwijderd worden om te voorkomen dat er sperma vrijkomt in de vagina. Bij een vrouwencondoom is er geen haast om weg te trekken en het condoom te verwijderen. Sommigen mensen vinden het bovendien een handig voorbehoedsmiddel als ze seks hebben tijdens de menstruatie: het menstruatiebloed blijft dan aan de buitenkant van het condoom. Als je wisselt van standjes en de buitenste ring goed op z’n plaats houdt, is er in vergelijking met het mannencondoom dus minder bloed te zien. Sommigen, zowel mannen als vrouwen, ervaren het gemors van menstruatiebloed tijdens seks namelijk als een afknapper. Tot slot geven het gebruik van een vrouwencondoom vrouwen sterken in hun gevoel van empowerment of agency tijdens seks.

Een studie van Yale University uit 2012 wijst uit dat de interesse in het vrouwencondoom beïnvloed wordt door seksuele gendernormen: hoe sterker respondenten vasthouden aan traditionele seksuele genderrollen die mannen dominantie en vrouwen onderdanigheid voorschrijven, hoe kleiner de kans dat ze geïnteresseerd zijn in vrouwencondooms. Vrouwelijke respondenten zijn minder geneigd om deze stereotypen te onderschrijven en staan over het algemeen ook meer open voor het vrouwencondoom.

Condooms blijven de meest gebruikte anticonceptiemethode bij eerste seksuele contacten en al zeker bij tieners.

Hormonale anticonceptie

Sinds de ontwikkeling van de pil in de jaren zestig speelt hormonale anticonceptie een belangrijke en voortdurende rol in de emancipatie en het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen. Niet alleen gaf de pil hen de controle over hun eigen vruchtbaarheid, ook versterkte het de seksuele vrijheid van vrouwen, waarbij seks los kwam te staan van voortplanting. Sindsdien zijn er tal van hormonale anticonceptiemethoden bijgekomen: het hormoonspiraal, de vaginale ring, hormoonpleisters, het hormoonstaafje en de prikpil. Ook is er tegenwoordig veel meer keuze in soorten anticonceptiepil. Er zijn intussen vier verschillende generaties van de combinatiepil (wat algemeen bekend staat als ‘de pil’), met diverse samenstellingen en van allerlei verschillende merken. Een bekende favoriet onder jongeren is de minipil. De reden voor de populariteit van de minipil is de lage dosering hormonen: er zit enkel progestageen in, desogestrel om precies te zijn, en geen oestrogeen. Daardoor is de minipil, in tegenstelling tot de ‘gewone’ pil wel geschikt voor vrouwen die borstvoeding geven. In die laatste zit namelijk een combinatie van het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen en progestageen. Dat is een kunstmatige versie van het vrouwelijk geslachtshormoon progesteron. De combinatie van progestageen en oestrogeen zorgt ervoor dat er geen eisprong plaatsvindt, dat zaadcellen niet door het slijm van de baarmoederhals geraken, en anderzijds een eventueel bevruchte eicel zich niet kan innestelen in de slijmvliesbekleding van de baarmoeder. Al deze effecten leiden ertoe dat je met hormonale anticonceptie goed beschermd bent tegen ongeplande zwangerschap met een betrouwbaarheidspercentage van 91% (pleisters, vaginale ring, combinatiepil en minipil) tot zelfs 99,95% (hormoonstaafje).

Bijwerkingen

De bescherming tegen ongeplande zwangerschap heeft echter een prijs. Zoals blijkt uit ons interview met de onderzoekers van Isala, een onderzoeksproject van de UAntwerpen rond vrouwelijke gezondheid, weten we nog te weinig over de precieze effecten van de verschillende hormonale anticonceptie op de mentale, fysieke en seksuele gezondheid van gebruikers.Uit Sexpert onderzoek van de UGent (2014) blijkt dat maar liefst de helft van de bevraagde 1205 seksueel actieve vrouwen tussen de 14 en 49 de pil gebruiken, wat het het meest populaire anticonceptiemiddel maakt. Minderjarigen kiezen zelfs zo goed als uitsluitend voor de pil. Vanaf 30-jarige leeftijd wordt er vaker gekozen voor het hormoonspiraal. Hormonale anticonceptiva zijn dus nog steeds erg populair onder seksueel actieve en vruchtbare vrouwen, al klinkt de roep om alternatieven de laatste jaren steeds luider.

Hormonale anticonceptie hebben, naast zwangerschapspreventie, ook heel wat onbedoelde effecten, die we als bijwerkingen beschouwen.

Er komt steeds meer kritiek, zowel in de medische wereld als in de bredere samenleving, op de vanzelfsprekendheid waarmee jonge meisjes de pil wordt aangeraden. Onder experts gaan er bijvoorbeeld hypotheses op dat hormonale anticonceptie een (blijvend) effect heeft op de hersenen en hormoonhuishouding van gebruikers, maar daar weten we nog te weinig over om eenduidige conclusies te trekken, zoals ook de onderzoekers van het Isala team onderstrepen in een interview met RoSa. Gebruikers van hormonale anticonceptiva delen getuigenissen van uiteenlopende klachten: mood swings, depressies, gewijzigd zelfbeeld, een verminderd libido, afgevlakte emoties, hoofdpijn, migraine, duizeligheid, gewichtstoename, gezwollen en pijnlijke borsten, acne en doorbraakbloedingen. Bij sommigen zijn de klachten tijdelijke, bij andere permanent. Tegelijkertijd blijken hormonale anticonceptiva voor heel wat vrouwen net de oplossing voor dergelijke klachten.

Om meer inzicht te krijgen in de uiteenlopende effecten van hormonale anticonceptie op het mentale, fysieke en seksuele welbevinden van vrouwen, laten we verschillende experts aan het woord over de stand van zaken in medische onderzoek. Een overzicht geven van de impact van de pil op vrouwen, zonder daarbij zelf standpunt in te nemen, maar de kennis die er is delen, opdat ieder voor zich geïnformeerde keuzes kan maken inzake anticonceptie: dat is precies de doelstelling die de Amerikaanse professor Sarah Hill met haar boek Je brein aan de pil (2019) wou bereiken. Daar slaagt ze echter niet volledig in omdat ze als evolutionair psycholoog seksuele keuzes en gedragingen vaak reduceert tot louter hormonale processen en die dus verbindt met de effecten van hormonale anticonceptie. Sociale context, karaktereigenschappen, persoonlijke ervaringen, relaties en identiteit - die allemaal een hand hebben in ons gedrag - neemt ze daarmee niet in overweging. We brengen de inzichten van Hill dan ook op een kritische wijze, en vroegen aan de Isala onderzoekers om vanuit hun medische expertise aan te vullen en te reflecteren op de (enkele) zekerheden en (vele) hiaten in hedendaags onderzoek naar hormonale anticonceptie.

Intra-uteriene anticonceptiemiddelen

Vandaag bestaan er twee generieke soorten intra-uteriene anticonceptiemiddelen, oftewel anticonceptiemiddelen die door een dokter of gynaecoloog in de baarmoeder (intra-uterien) worden geplaatst: het hormoonspiraal en het koperspiraal. Al rond de eeuwwisseling van de negentiende naar de twintigste eeuw wordt er geëxperimenteerd met intra-uteriene anticonceptie. De eerste uitvindingen hebben meer weg van marteltuigen en mochten vaak niet langer dan een maand gebruikt worden vanwege het hoge risico op infecties en sterfte. In de jaren 1920, 1930 introduceren de Duitse arts Ernst Gräfenberg en de Japanse arts Tenrei Ota meer succesvolle, cirkelvormige exemplaren, die als voorlopers van het moderne spiraal beschouwd kunnen worden. Toch is het wachten op de jaren 1960 wanneer de vormen en materialen van hedendaagse spiralen geïntroduceerd en gepopulariseerd worden. Onder impuls van de aanzwellende roep om anticonceptie om ongeplande zwangerschap te voorkomen wordt in de jaren 1960 steeds meer onderzoek gedaan. De uitvinding van plastic brengt dit proces bovendien in een stroomversnelling. Na heel wat gefaalde experimenten, met stijgende baarmoederinfecties en zodoende ook een terugval in de populariteit van intra-uteriene anticonceptie, is het arts Jaime Zipper die in 1970 ontdekt dat koper zaadcellen onvruchtbaar maakt. Dit blijkt de gouden sleutel tot het koperspiraal zoals we dat vandaag kennen. Al gauw neemt de productie en populariteit van koperspiralen toe. Eind jaren 1980 komt er met het Mirena-spiraal ook een goed functionerende hormoonspiraal op de markt.

Koperspiraal

Het koperspiraal is een een klein plastic voorwerp met koperdraad eromheen dat via de vagina in de baarmoeder wordt geplaatst. De meeste modellen hebben de vorm van een T of een anker, maar er bestaan ook koperringen aan een draad of een bolvormig spiraal. Hieraan hangen dunne draadjes die na de plaatsing uit de baarmoedermond zullen bengelen. Als de arts deze kort afknipt, zullen ze amper of niet voelbaar zijn met de vinger of penis tijdens masturbatie of seks. Omdat koper niet alleen giftig is voor zaadcellen, maar ook het baarmoederslijmvlies ongeschikt maakt voor innesteling van een eventueel bevruchte eicel, ben je met een koperspiraal goed beschermd tegen ongeplande zwangerschap. De kans dat dit toch gebeurt bedraagt namelijk 0,8%. 

Omdat een koperspiraal geen hormonen bevat, heeft het ook geen invloed op je gemoedstoestand en je libido. Wel kan het een impact hebben op je menstruatie.

In tegenstelling tot de hormoonpil, heeft een koperspiraal geen psychologische effecten noch een verhoogd risico op trombose of hart- en vaatziekten. Wel kan het koperspiraal effect hebben op je menstruatiecyclus. Langere menstruatieperiodes, toenemend of tussentijds bloedverlies en buikpijn zijn veel voorkomende klachten. Bij veel vrouwen geldt dit enkel in de eerste maanden na de plaatsing van het spiraal, bij andere vrouwen gaan deze klachten niet meer weg. Wel kan het koperspiraal een uitweg bieden voor wie geen hormonen wil innemen en wie voor een langere periode, maar niet definitief beschermd wil zijn tegen ongeplande zwangerschap. Voor wie ooit kinderen wil is een bijkomend voordeel van het koperspiraal dat je na verwijdering onmiddellijk zwanger kan worden, in tegenstelling tot hormonale anticonceptie. Het koperspiraal kan bovendien gebruikt worden wanneer je borstvoeding geeft, precies omdat het geen hormonen bevat.

Hormoonspiraal

Het hormoonspiraal is een een klein, plastic, T-vormige voorwerp dat een gynaecoloog of arts via de vagina in de baarmoeder inbrengt. De dunne draadjes die aan het spiraal hangen zullen uit de baarmoedermond bengelen, maar als de gynaecoloog of arts deze kort afknipt, zullen ze amper of niet voelbaar zijn met de vinger of penis tijdens masturbatie of seks. Zoals de naam doet vermoeden geeft het hormoonspiraal continu een kleine hoeveelheid hormoon af, progestageen om precies te zijn. Dit is een kunstmatige versie van het vrouwelijk geslachtshormoon progesteron. Dat hormoon zorgt ervoor dat enerzijds zaadcellen niet door het slijm van de baarmoederhals geraken, en anderzijds een eventueel bevruchte eicel zich niet kan innestelen in de slijmvliesbekleding van de baarmoeder. 

Door dit dubbele effect is de kans dat je toch zwanger wordt slechts 0,2%, de beste score van alle anticonceptiemethoden.

Mede daarom, maar ook voor het gemak door de relatieve duurzaamheid van het hormoonspiraal, is deze anticonceptiemethode veruit de populairste in onze contreien, en al zeker onder jongeren. Toch worden er de laatste jaren toch meer vragen opgeworpen over het effect van hormonen op het mentale, fysieke en seksuele welzijn van jonge meisjes en vrouwen. Onderzoek hiernaar staat nog in de kinderschoenen. Zoals hierboven aangegeven bij hormonale anticonceptie, lees je meer deskundige visies over (het onderzoek naar) hormonale anticonceptie in de RoSa leest over Je brein aan de pil (2019) van evolutionair psycholoog Sarah Hill, en in het interview dat RoSa afnam met vier experts van het onderzoeksproject Isala van de UAntwerpen.

Waar je met een hormoonspiraal voor 5 jaar niet meer aan anticonceptie hoeft te denken, ben je met een koperspiraal 5 tot wel 10 jaar beschermd, afhankelijk van het model. Daarmee is de iets hogere kostprijs ook een investering. Het hormoonspiraal kost tussen de €119 en €149, afhankelijk van het merk. Omgerekend komt dat neer op €24 tot €29 per jaar. Het koperspiraal kost, afhankelijk van het merk, tussen de € 47 en € 129. Omgerekend komt dat neer op € 9 à € 26 per jaar. Bovendien is de betrouwbaarheid van beide spiralen erg hoog. 

Met 0,2% kans op ongeplande zwangerschap bij hormoonspiralen en 0,8% bij koperspiralen, zijn het de betrouwbaarste (niet-definitieve) anticonceptiemethoden.

Hoewel spiralen de meest betrouwbare vorm van zwangerschapspreventie bieden, betalen ziekteverzekeringen de plaatsing hiervan niet terug, tenzij je jonger dan 25 jaar bent. Je moet het spiraal bovendien door een dokter of gynaecoloog laten plaatsen, wat soms een pijnlijke ervaring kan zijn. Er wordt vaak aangeraden om vooraf een pijnstiller te nemen. Je kan ook plaatselijke verdoving vragen. Hoewel een spiraal door zowel een huisarts als een gynaecoloog geplaatst kan worden, wijzen getuigenissen uit dat plaatsing gynaecoloog - door meer dagelijkse ervaring - mogelijk garant kunnen staan voor een vlottere en pijnlozere plaatsing. Tot slot waarschuwen seksuologen dat slachtoffers en overlevers van seksueel geweld de pijnlijke, intra-uteriene plaatsing van een spiraal mogelijk ervaren als hertraumatiserend. Uit getuigenissen wordt duidelijk dat de ervaring van de procedure erg variëren: waar het voor sommige vrouwen erg pijnlijk (soms tot dagen na de plaatsing) en zelfs traumatiserend is, is het voor andere vrouwen niet meer dan een ongemak en een korte prik. Toch ontbreekt empirisch onderzoek dat deze diverse ervaringen in kaart brengt.

Sterilisatie

Sterilisatie is een medische ingreep en een (relatief) definitieve vorm van anticonceptie, bedoeld voor zij die zeker zijn geen kinderen te willen. Na sterilisatie bij mannen en vrouwen is de kans op een ongeplande zwangerschap respectievelijk 0,05% en 0,5%. Daardoor is de kans op zwangerschap echt miniem wanneer beiden gesteriliseerd zijn. Sterilisatie bij mannen is ook een eenvoudigere procedure dan bij vrouwen. Bij mannen maakt een arts aan beide kanten van de balzak een incisie om vervolgens de zaadleiders door te snijden en de uiteinden dicht te branden of dicht te smelten. Zaadcellen kunnen dan niet meer in de prostaat kunnen terechtkomen. Als een man dan klaarkomt, is er wel nog ejaculaat, maar geen vruchtbare eicellen. De testikels blijven overigens wel nog zaadcellen aanmaken, maar die stapelen zich op in de balzak en breken vervolgens op natuurlijke wijze af. De procedure gebeurt onder lokale verdoving en duurt ongeveer een kwartier, waarna de man meteen naar huis kan. Vrouwen daarentegen worden gesteriliseerd door een kijkbuisoperatie, waarna de vrouw meteen naar huis kan, of door een buikoperatie waarna ze een nacht tot enkele dagen in het ziekenhuis moet blijven. Die laatste optie gebeurt dus enkel wanneer een kijkbuisoperatie niet mogelijk is. In beide gevallen sluit de arts de eileiders af: door ze dicht te branden of af te klemmen met kleine klemmen of ringen, of door een stuk eileider te verwijderen. In de uitzonderlijke gevallen (0,5%) dat een vrouw toch zwanger wordt na sterilisatie, is de kans op buitenbaarmoederlijke zwangerschap groot, ongeveer 30%. Dan is een bijkomende operatie vereist.

De betrouwbaarheid van sterilisatie bij mannen is betrouwbaarder dan bij vrouwen. Daarnaast is de procedure ook simpeler en goedkoper.

Sterilisatie in een ziekenhuis kost voor mannen tussen de €40 en €400. Voor vrouwen is sterilisatie met een gangbare kostprijs van €100 tot €800 duurder. Die prijsverschillen hebben te maken met de soort verdoving (lokaal of algemeen), de materialen die een arts gebruikt, de keuze voor een één- of tweepersoonskamer,…

Hersteloperatie

Sterilisatie is relatief definitief. De ingreep is daarom niet geschikt voor wie zeker weet ooit biologische kinderen te willen. Toch is het soms mogelijk om sterilisatie terug te draaien. Dat is bij vrouwen dan weer makkelijker dan bij mannen: bij vrouwen is het slaagpercentage van hersteloperaties 50% tot 70% en bij mannen in het beste geval 50%. Ook kan de vruchtbaarheid van mannen door de vorming van antistoffen permanent en fel verminderd zijn na een succesvolle hersteloperatie. Wanneer een vrouw gesteriliseerd werd door middel van klemmetjes op de eileiders, is de kans op herstel het grootst.

Een voordeel van sterilisatie is dat het geen invloed heeft op je libido of seksleven. Sterilisatie heeft bij vrouwen ook geen invloed op de cyclus, de eisprong, de menstruatie of de menopauze.

Sterilisatie bij vrouwen vaker geweigerd dan bij mannen

Omdat sterilisatie (relatief) definitief is, zijn artsen vaak weigerachtig om tegemoet te komen aan de wens van jonge aanvragers. Er wordt geredeneerd dat zij nog van gedachten kunnen veranderen. Toch speelt gender hier ook een grote rol. Zo vertelt diensthoofd gynaecologie aan de UGent Steven Weyers dat kinderloze vrouwen onder de dertig die gesteriliseerd willen worden een heel parcours moeten doorlopen. Ze krijgen, net zoals bij abortus, bedenktijd en een consultatie bij de psycholoog opgelegd. Daarnaast zullen veel medische experts hen de procedure simpelweg weigeren omdat ervan uitgegaan wordt dat vrouwen spijt zullen krijgen, terwijl deze bedenking bij mannen veel minder wordt opgeworpen. Deze gegenderde diagnose komt voort uit dominante gendernormen die vrouw-zijn essentialiseren tot moederschap, vrouwen een inherente kinderwens en zogenaamd aangeboren zorgzaamheid toeschrijven, en vrouwelijkheid tout court associëren met zorg, en meer bepaald ‘moederen’. Bedenk bovendien dat, in het uitzonderlijke geval van spijt, vrouwen meer kans hebben op een succesvolle hersteloperatie na sterilisatie (50% tot 70%) dan mannen (max. 50%). Niet alleen gender, maar ook leeftijd is een indicator voor de ontvankelijkheid van medische experts ten aanzien van een aanvraag tot sterilisatie: hoe jonger de aanvrager, hoe minder kans op een toezegging. Toch blijkt ook gender een doorslaggevende factor in de evaluatie van aanvragen.

Onderzoek wijst in ieder geval uit dat sterilisatie, ongeacht leeftijd, vaker wordt geweigerd aan vrouwen dan aan mannen. Uit getuigenissen wordt duidelijk dat vrouwen deze weigering als paternalistisch ervaren omdat hun beoordelings- en inschattingsvermogen wat betreft hun eigen leven in twijfel wordt getrokken door externen en bovendien hun recht op lichamelijke autonomie en zelfbeschikking worden geschonden. Zo werpt een ervaringsdeskundige op dat het dat minderjarigen die zwanger willen worden op minder stigma en onbegrip stuiten dan meerderjarige vrouwen die ervoor kiezen om zwangerschap voor eens en altijd uit te sluiten. Niet alleen medische experts, maar de samenleving in haar geheel is namelijk doordrongen van dergelijke gendernormen. Vrouwen stuiten dan ook in hun dagelijkse leven op veel onbegrip, stigma en zelfs haat en geweld.

Bronvermelding: Burton, J., Bedford, R., Graham, C., & Nadarzynski, T. (2020). Perceived barriers and facilitators to female condoms among UK based healthcare professionals. The European Journal of Contraception & Reproductive Health Care, 25(4), 299-304. McQueen, P. (2017). Autonomy, age and sterilisation requests. Journal of Medical Ethics, 43(5), 310-313. Kelly Cleland, M. P. A., Peipert, J. F., Westhoff, C., Spear, S., & Trussell, J. (2011). Family planning as a cost-saving preventive health service. N Engl J Med, 2011(364), e37. Mack, N., Grey, T. G., Amsterdam, A., Williamson, N., & Matta, C. I. (2010). Introducing female condoms to female sex workers in Central America. International Perspectives on Sexual and Reproductive Health, 149-156. CHOI, K.-H., GREGORICH, S. E., ANDERSON, K., GRINSTEAD, O., & GÓMEZ, C. A. (2003). Patterns and Predictors of Female Condom Use Among Ethnically Diverse Women Attending Family Planning Clinics. Sexually Transmitted Diseases, 30(1), 91–98. Cecil, H., Pinkerton, S. D., & Bogart, L. M. (1999). Perceived benefits and barriers associated with the female condom among African-American adults. Journal of Health Psychology, 4(2), 165-175. Thiery, M. (1997). Pioneers of the intrauterine device. The European Journal of Contraception & Reproductive Health Care, 2(1), 15-23.