hier komen promoties & acties

Academische ontwikkelingen

Het ontstaan en de groei van het onderzoeksveld 

De eerste man- en mannelijkheidsstudies zijn te herleiden tot de jaren 1950 en 1960, maar beginnen zich pas echt te ontwikkelen vanaf de jaren 1970 en kregen pas een sterke academische basis doorheen de jaren 1980 en 1990. Hoewel mannen voorheen vaak de norm waren in onderzoek, werden ze vaak niet gezien als gegenderde wezens. In zijn hoofdstuk Mapping the Field of Masculinity Studies  in The Routledge International Handbook of Masculinity Studies (2021, p. 1) beschrijft Lucas Gotzzén dit als volgt: “Men have been at the centre in mainstream social science and humanities scholarship for a long time, but this place has been mostly taken for granted and an ‘absent presence’ where they have not been studies as gendered beings.”

Man- en mannelijkheidsstudies ontwikkelen zich eerst voornamelijk in Angelsaksische landen zoals de Noord-Amerika, Australië en het Verenigd Koninkrijk, maar rond de eeuwwisseling eind jaren 1990 ook in Europa - denk bijvoorbeeld aan het Critical Research on Men in Europe Netwerk (CROME) (zie hoofdstuk Men, Masculinities, and “Europe” in het Handbook of Studies On Men & Masculinities uit 2005 en specifiek het onderzoek The Social Problem and Societal Problematisation of Men and Masculinities uit 2022-2003) onder impuls van de Europese Commissie. In 2006 kwam ook het boek European Perspectives On Men and Masculinities: National and Transnational Approaches uit. Ook in specifieke Europese landen kwam deze onderzoeksfocus meer centraal te staan, waaronder in Scandinavische landen en onze buurlanden Duitsland en Nederland. In België kwam er pas begin 2000 meer aandacht voor mannen en mannelijkheid binnen genderstudies. Academicus Lucas Gottzén geeft terecht aan dat hoewel er anno 2023 wereldwijd studies rond mannen- en mannelijkheid aanwezig zijn, er een sterke focus blijft op kennis voortgekomen uit het globale Noorden. Deze focus verschuiven en verschillende onderzoekers, perspectieven en onderzoeksthema’s uit verschillende regio’s aan bod laten komen staat dan ook centraal in het door Gotzzén’s verzamelboek uit 2001.

Vele man- en mannelijkheidsstudies vonden initieel plaats in een specifieke lokale of nationale context. Gedurende de jaren heeft echter de spanning en interactie tussen lokale en globale vormen van mannelijkheid aan belang gewonnen, net als cross-nationaal onderzoek naar mannelijkheid, zoals bijvoorbeeld het IMAGES onderzoek (International Men and Gender Equality Survey): een internationaal onderzoek dat ondertussen al vijftien jaar loopt in meer dan dertig landen en deelnemers bevraagt rond gendergerelateerde thema’s als gendergerelateerd geweldgezondheidverdeling van huishoudelijke- en zorgtaken en vaderschap. De belangrijkste inzichten uit het meest recente cross-nationale onderzoek (2022) worden zowel via een interactieve website als in een downloadbaar rapport gedeeld. Daarnaast verschijnen er ook regelmatig land- of regio specifieke rapporten, zoals Understanding Masculinities: International Men and Gender Equality Survey (IMAGES): Middle East and North Africa - Egypt, Lebanon, Morocco and Palestine in 2017 (beschikbaar in ENG, FR en AR) en Men, Women, and Gender Relations in Georgia: Public Perceptions and Attitudes in 2020 en meer thematische cross-nationale rapporten zoals over vaderschap in 2017. De laatste vijftien jaar kwam er binnen onderzoek ook een grotere aandacht voor meervoudige vormen van mannelijkheid en een intersectionele benadering, zoals onder meer blijkt uit de Routledge International Handbook of Masculinity StudiesDaarin wordt het tot nu toe onderbenutten van intersectionaliteit aangehaald en de kansen die dit kader biedt om de realiteit van verschillende mannen, verschillende vormen van mannelijkheid en hun relatie met macht, privilege en discriminatie te onderzoeken.

De invalshoek en naam van het onderzoeksveld

De academische ontwikkelingen in de jaren 1970, 1980 werden mede geïnspireerd door sociale en politieke ontwikkelingen en de opkomst van verschillende mannelijkheidsbewegingen, zowel feministische als antifeministische bewegingen. Net zoals bij deze evoluties, bestaan er binnen het onderzoek verschillende invalshoeken en uitgangspunten. Dit is ook zichtbaar in de verschillende namen die initieel gebruikt worden om het onderzoeksveld te beschrijven, zoals men’s studiesmasculinities studiesstudies of men and masculininitiescritical masculinities studies, en critical studies on men. Sommige academici zijn eerder gemotiveerd om de positie van mannen te verbeteren (men’s studies, in lijn met de Men’s Rights Movements), andere academici eerder om feministische inzichten toe te passen op mannelijkheid (masculinity studies en critical studies on men and masculinities, in lijn met feministische bewegingen). Academici Connell en collega’s geven in het Handbook of Studies On Men & Masculinities dan ook aan dat men’s studies (mannenstudies) initieel geïntroduceerd werd naar analogie van of zelfs als reactie tegen vrouwenstudies. De auteurs bepleiten echter dat deze analogie geen oog heeft voor de ongelijke genderverhoudingen, machtsrelaties en de uniciteit van beide onderzoeksvelden. Er werd dan ook geopteerd om vanuit een feministische perspectief meer en meer te spreken over man- en mannelijkheidsstudies (men and masculinity studies) en ‘kritische studies over mannen en mannelijkheid’ (critical studies on men’s and masculinities) in plaats van over mannenstudies. In het Handbook of Studies On Men & Masculinities (2005): “Studies of men and masculinities and critical studies on men more accurately reflect the nature of contemporary work, which is inspired by, but not simply parallel to, feminist research on women.” Mannelijkheidsstudies vertrekken vanuit het idee dat iedereen wordt gevormd door gender, en bestuderen voornamelijk (verschillende vormen van) mannelijkheid en hun impact op mannen en de samenleving. Kritische man- en mannelijkheidsstudies stellen daarbij expliciet het kritisch bevragen van genderrelaties en genderdynamieken centraal. Dit is bijvoorbeeld ook zichtbaar in de website XYonline, een website die sinds de opkomst van het internet onderzoek en publicaties verzamelt rond mannen- en mannelijkheid: “XY is a website focused on men, masculinities, and gender politics. (...) XY is intended to be comprehensive, cutting-edge, and global. XY represents one of the most substantial resources on men and gender issues on the internet. And it is one of the most well-known, and linked-to, profeminist sites in the world.

Voedingsbodem en (wederzijdse) inspiratie

Man- en mannelijkheidsstudies bouwen verder op belangrijke inzichten uit onder andere genderstudies, feministische theorie, queer theorie, critical race studies en postkoloniale studies. Deze spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het onderzoeksveld, en hebben aandacht voor gender als sociaal construct en het analyseren van machtsdynamieken en (ongelijke verdeling van) privileges. 

Er is ook een belangrijke wisselwerking tussen de verschillende disciplines, waarbij feministische theorie en man- en mannelijkheidsstudies elkaar wederzijds beïnvloeden. Dit wordt onder andere aangetoond in Judith Kegan Gardiners boek Masculinitiy Studies & Feminist Theory: New Directions uit 2002. Volgens Gardiner is het belangrijk dat feministen op de hoogte zijn van, en zich bezig houden met mannelijkheidsstudie. Gardiner geeft aan dat als men niet begrijpt hoe mannen gevormd worden door mannelijkheid, er slechts een gedeeltelijke analyse van de samenleving en de rol van gender in deze samenleving kan plaatsvinden. Machteld De Metsenaere en Alison Woordward spreken in Weten mannen waarom? Mannelijkheid feministisch bekeken (2004, p. 10) over  "de vernieuwende invloed van de studie van masculinities - vormen van mannelijkheid - als belichaamde genderpraktijken met aandacht voor verschillen tussen mannen en vormen van mannelijkheid."

Met de opkomst van man- en mannelijkheidsstudies vormde zich een belangrijke vraag naar de rol en plaats is van mannelijkheidsstudies:

  1. Moeten mannelijkheidsstudies als autonoom studieveld verder evolueren?
  2. Moeten mannelijkheidsstudies geïntegreerd worden in een andere meer overkoepelende discipline (zoals feministische theorie of genderstudies)?
  3. Moeten mannelijkheidsstudies aandacht krijgen binnen verschillende sociale disciplines?

In de praktijk is dit onderzoeksveld in verschillende landen en onderzoeksinstellingen - mede bepaald door de lokale context en de diversiteit in academische ontwikkelingen - telkens anders ingebed. Ook nu nog zien we een belangrijk verband en wisselwerking tussen deze studievelden. Zo geeft het toonaangevende journal Men and Masculinities (SAGE journals) bijvoorbeeld aan dat ze voorkeur hebben voor publicaties die geworteld zijn in genderstudies, intersectioneel feminisme en queer theorie.