hier komen promoties & acties

Gender in de letteren

Vrouwelijke auteurs schrijven niet minder, slechter of zelfs maar uitgesproken anders dan hun mannelijke collega’s, zo blijkt uit het onderzoek van literatuurwetenschapper Corina Koolen. Toch moeten vrouwen het op het vlak van literaire waardering ontgelden. Doorheen de geschiedenis stelde men zich wel vaker de vraag of literatuur überhaupt door vrouwen geschreven kon zijn. Het is een debat dat ook vandaag nog levendig is.

In haar proefschrift Reading Beyond the Female (2018) gaat Corina Koolen op zoek naar eventuele genderverschillen in literatuur en onderzoekt ze de relatie tussen het geslacht van de auteur en de waardering voor diens werk. Met behulp van computeranalyses screent ze de inhoud, de thematiek, de taal en de stijl van meer dan 400 Nederlandstalige bestsellers, waaronder literaire fictie, romantische of spannende boeken, en vijftig genomineerden voor prestigieuze literatuurprijzen. Koolen concludeert dat genderverschillen in fictie voornamelijk veroorzaakt worden door het genre dan wel het gender van de schrijver, en zelfs dan wordt dit contrast op scherp gesteld door enkele uitschieters bij de bestsellers en valt bij het merendeel van de literaire romans niet te ontrafelen of de auteur man of vrouw is. 

Werken in de letteren

Onderwaardering

Daarnaast waarschuwt Koolen dat het gender van de auteur een belangrijke factor blijkt in de beoordeling die een boek krijgt. Zo blijkt dat de werken van vrouwen minder vaak gerecenseerd worden en dat eigenschappen die in literaire werken van mannen als positief worden gezien, in de werken van vrouwen negatief worden geëvalueerd. Terwijl recensenten literatuur van mannelijke auteurs veelal analytisch benaderen en het werk evalueren op basis van stijlkenmerken, het narratief en het perspectief, richten de recensies over vrouwelijke auteurs zich voornamelijk tot het onderwerp en het verloop van het verhaal.  

Hoewel uit onderzoek van het Vlaamse Fonds van de Letteren (VFL) blijkt dat er ongeveer evenveel vrouwelijke als mannelijke auteurs zijn, en de meerderheid van de romanlezers uit vrouwen bestaat, vallen vrouwen minder vaak in de prijzen in de Vlaamse en Nederlandse literatuurwereld. Het uitblijven van analytische recensies, maatschappelijke erkenning en prijzen kan bovendien een vicieuze cirkel in gang zetten die vrouwelijke auteurs belemmert om te professionaliseren en te leven van het auteurschap. In haar onderzoek waarschuwt Koolen dat literaire kwaliteit sociaal geconstrueerd wordt en dat de associatie tussen mannelijkheid en literatuur maar eens op de schop moet.

Wie of wat bepaalt immers de literaire kwaliteit van een roman?

Op de leeslijsten van scholen en universiteiten staan vooral klassiekers, die meestal geschreven zijn door mannen en vaak mannelijke hoofdpersonages hebben. Uit een onderzoek van Jeroen Dera in 2019 naar Nederlandse leeslijsten blijkt dat de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke auteurs ongeveer 3:1 bedraagt, en het totale percentage van auteurs met een niet-westerse achtergrond slechts 4,2% bedraagt. Hieruit concludeert Dera dat in het literatuuronderwijs vooral de stem van de witte man weerklinkt. 

Schoolse leeslijsten zijn vaak gebaseerd op het westerse canon, dat hoofdzakelijk bestaat uit boeken van witte, mannelijke auteurs. In de jaren tachtig en negentig leidde dit tot de canon wars, een discussie in de literaire wereld over welke boeken belangrijk zijn om te lezen en welke rol diversiteit daarin speelt. Deze discussie speelt de laatste jaren weer, vooral nu het merendeel van de literatuurstudenten vrouw is, terwijl mannelijke professoren in de meerderheid zijn, en de westerse canon nog steeds de basis is van heel wat opleidingen. 

Professor Elke D’hoker (KU Leuven) merkt hierover op dat het westerse canon een zelfbestendigende machine is. Dat vrouwen tot vijftig jaar geleden niet dezelfde opleidingskansen kregen als vandaag en ze historisch gezien niet erkend werden voor hun auteurschap, heeft geleid tot een literair canon vol testosteron. Hieruit volgt dat het literatuur tot vandaag als een mannelijke bezigheid beschouwd wordt, wat negatief afstraalt op vrouwelijke auteurs wiens werk wordt miskend als minderwaardig of, bij wijze van verbloeming, simpelweg ‘anders’ – hetgeen de mannelijke hand opnieuw bestendigd als de norm.  

De controverse rond de mannelijke dominantie in de literaire wereld laaide anno 2019 weer eens op: hoewel het thema “De moeder, de vrouw” luidde, werd auteur Jan Siebelink gevraagd om het Boekenweekgeschenk te schrijven. Sceptici merkten niet alleen op dat het thema vrouwen essentialiseerde tot moeders, maar evenzeer dat de vrouw gedoemd is om dienst te doen als het onderwerp van literatuur en zelden erkenning krijgt als maker van literatuur.  

Gender pay gap

Het gebrek aan erkenning voor vrouwelijk auteurschap vertaalt zich niet verwonderlijk ook in een gender pay gap in het boekenvak. Onder auteurs en illustratoren verdienen vrouwen van 35-45 jaar en 55-64 jaar bijna de helft minder dan mannen van dezelfde leeftijd. Uit onderzoek van Yannick Geens van het Vlaamse Fond van de Letteren (VFL) naar de auteursbeurzen die Literatuur Vlaanderen uitreikt, blijkt dat vrouwen niet alleen minder werkbeurzen aanvragen, maar ook 16% minder kans maken om effectief een werkbeurs toegekend te krijgen dan mannen. Daarnaast blijkt ook dat vrouwen een lager beursbedrag ontvangen dan mannen. De oneven genderbalans toont zich dus op verschillende niveaus.

“De manier waarop we met die vrouwen omgaan is anders dan de manier waarop we met mannelijke auteurs omgaan.” Auteur Gaea Schoeters

Vrouwelijke auteurs worden anders in de markt gezet

Hoewel de literaire wereld vooralsnog geen grote #MeToo-onthullingen heeft voortgebracht, zijn er wel verschillen in de manier waarop auteurs worden gepresenteerd, die doen denken aan verschillen in de muzieksector. Auteur Gaea Schoeters, die al meermaals de gender gaps in de literatuur aankaartte in interviews en opiniestukken, wijst erop dat mannelijke auteurs minder vaak opduiken in gestileerde fotoshoots die doen denken aan modeshows, en dat er in interviews met mannelijke auteurs ook veel minder verwijzingen zijn naar hun eigen leven of hoe je werk combineert met kinderen of gezin.


Representatie in de letteren

Welke beelden we meekrijgen via literatuur, beïnvloedt ons wereldbeeld. Auteur Rebecca Solnit reageert daarom op de lijst The 80 Best Books Every Man Should Read van het mannenblad Esquire, die afgezien van één boek van Flannery O’Connor bestaat uit werken van witte, heteroseksuele mannen:

“De zin van lezen bestaat misschien vooral uit de gelegenheid krijgen om je sekse te verkennen en te overstijgen (en je ras, je sociaaleconomische status, je geaardheid, je nationaliteit, je plaats in de geschiedenis, je leeftijd en je talenten) en te ervaren hoe het is om iemand anders te zijn.” Auteur Rebecca Solnit

Ook onderzoekers hebben vastgesteld dat we dingen vanuit een nieuw perspectief kunnen leren bekijken door onszelf in de schoenen van een romanpersonage te plaatsen. Wat we lezen doet ertoe – en welke boeken er uitgegeven worden en hoe zij aan ons gepresenteerd worden dus ook.


In de pers:

Meer lezen:

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: